DSV_Strongs(i)
1
H2009
En ziet
H376
, een man
H430
Gods
H935 H8804
kwam
H4480
uit
H3063
Juda
H1697
, door het woord
H3068
des HEEREN
H413
tot
H1008
Beth-el
H3379
; en Jerobeam
H5975 H8802
stond
H5921
bij
H4196
het altaar
H6999 H8687
, om te roken.
2
H7121 H8799
En hij riep
H5921
tegen
H4196
het altaar
H1697
, door het woord
H3068
des HEEREN
H559 H8799
, en zeide
H4196
: Altaar
H4196
, altaar
H3541
, zo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H2009
: Zie
H1121
, een zoon
H1004
zal aan het huis
H1732
Davids
H3205 H8737
geboren worden
H8034
, wiens naam
H2977
zal zijn Josia
H5921
; die zal op
H2076 H8804
u offeren
H3548
de priesters
H1116
der hoogten
H5921
, die op
H6999 H8688
u roken
H120 H6106
, en men zal mensenbeenderen
H5921
op
H8313 H8799
u verbranden.
3
H5414 H8804
En hij gaf
H1931
ten zelfden
H3117
dage
H4159
een wonderteken
H559 H8800
, zeggende
H2088
: Dit
H4159
is dat wonderteken
H834
, waarvan
H3068
de HEERE
H1696 H8765
gesproken heeft
H2009
; ziet
H4196
, het altaar
H7167 H8738
zal vaneen gescheurd
H1880
, en de as
H834
, die
H5921
daarop
H8210 H8738
is, afgestort worden.
4
H1961 H8799
Het geschiedde
H4428
nu, als de koning
H1697
het woord
H376
van den man
H430
Gods
H8085 H8800
hoorde
H834
, hetwelk
H5921
hij tegen
H4196
het altaar
H1008
te Beth-el
H7121 H8804
geroepen had
H3379
, dat Jerobeam
H3027
zijn hand
H4480
van
H5921
op
H4196
het altaar
H7971 H8799
uitstrekte
H559 H8800
, zeggende
H8610 H8798
: Grijpt
H3027
hem! Maar zijn hand
H834
, die
H5921
hij tegen
H7971 H8804
hem uitgestrekt had
H3001 H8799
, verdorde
H3808
, dat hij ze niet
H7725 H0
weder
H413
tot
H7725 H8687
zich trekken
H3201 H8804
kon.
5
H4196
En het altaar
H7167 H8738
werd vaneen gescheurd
H1880
, en de as
H4480
van
H4196
het altaar
H8210 H8735
afgestort
H4159
, naar dat wonderteken
H834
, dat
H376
de man
H430
Gods
H5414 H8804
gegeven had
H1697
, door het woord
H3068
des HEEREN.
6
H6030 H8799
Toen antwoordde
H4428
de koning
H559 H8799
, en zeide
H413
tot
H376
den man
H430
Gods
H2470 H8761
: Aanbid
H4994
toch
H6440
het aangezicht
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H6419 H8690
, ernstelijk, en bid
H1157
voor
H3027
mij, dat mijn hand
H413
weder tot
H7725 H8799
mij kome
H2470 H0
! Toen bad
H376
de man
H430
Gods
H6440
het aangezicht
H3068
des HEEREN
H2470 H8762
ernstelijk
H3027
; en de hand
H4428
des konings
H7725 H8799
kwam weder
H413
tot
H1961 H8799
hem, en werd
H7223
gelijk te voren.
7
H4428
En de koning
H1696 H8762
sprak
H413
tot
H376
den man
H430
Gods
H935 H8798
: Kom
H854
met
H1004
mij naar huis
H5582 H8798
, en sterk
H4991
[u], en ik zal u een geschenk
H5414 H8799
geven.
8
H376
Maar de man
H430
Gods
H559 H8799
zeide
H413
tot
H4428
den koning
H518
: Al
H5414 H8799
gaaft gij
H2677
mij de helft
H1004
van uw huis
H3808
, zo zou ik niet
H5973
met
H935 H8799
u gaan
H2088
, en ik zou in deze
H4725
plaats
H3808
geen
H3899
brood
H398 H8799
eten
H3808
, noch
H4325
water
H8354 H8799
drinken.
9
H3588
Want
H3651
zo
H853
heeft mij
H3068
de HEERE
H6680 H8765
geboden
H1697
door Zijn woord
H559 H8800
, zeggende
H3808
: Gij zult geen
H3899
brood
H398 H8799
eten
H3808
, noch
H4325
water
H8354 H8799
drinken
H3808
; en gij zult niet
H7725 H8799
wederkeren
H1870
door den weg
H834
, dien
H1980 H8804
gij gegaan zijt.