37 G1161 En G4422 G5685 zij verschrikt G2532 en G1719 zeer bevreesd G1096 G5637 geworden zijnde G1380 G5707 , meenden G4151 , dat zij een geest G2334 G5721 zagen.
13 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H3372 H8799 tot haar: Vrees H408 niet H3588 ; maar H4100 wat H7200 H8804 ziet gij H559 H8799 ? Toen zeide H802 de vrouw H413 tot H7586 Saul H7200 H8804 : Ik zie H430 goden H4480 , uit H776 de aarde H5927 H8802 opkomende.
14 H7122 H8804 Kwam H6343 mij schrik H7461 en beving H6342 H8689 over, en verschrikte H7230 de veelheid H6106 mijner beenderen. 15 H2498 H8799 H5921 Toen ging voorbij H6440 mijn aangezicht H7307 een geest H5568 H0 ; hij deed H8185 het haar H1320 mijns vleses H5568 H8762 te berge rijzen. 16 H5975 H8799 Hij stond H5234 H8686 , doch ik kende H4758 zijn gedaante H3808 niet H8544 ; een beeltenis H5048 was voor H5869 mijn ogen H1827 ; er was stilte H8085 H8799 , en ik hoorde H6963 een stem, [zeggende]:
26 G2532 En G3101 de discipelen G1492 G5631 , ziende G846 Hem G1909 op G2281 de zee G4043 G5723 wandelen G5015 G5681 , werden ontroerd G3004 G5723 , zeggende G3754 : G2076 G5748 Het is G5326 een spooksel G2532 ! En G2896 G5656 zij schreeuwden G575 van G5401 vreze. 27 G1161 Maar G2112 terstond G2980 G5656 sprak G846 hen G2424 Jezus G3004 G5723 aan, zeggende G2293 G5720 : Zijt goedsmoeds G1473 , Ik G1510 G5748 ben G5399 G5737 het, vreest G3361 niet.
49 G1161 En G1492 G5631 zij, ziende G846 Hem G4043 G5723 wandelen G1909 op G2281 de zee G1380 G5656 , meenden G5326 , dat het een spooksel G1511 G5750 was G2532 , en G349 G5656 schreeuwden zeer; 50 G1063 Want G1492 G5627 zij zagen G846 Hem G3956 allen G2532 , en G5015 G5681 werden ontroerd G2532 ; en G2112 terstond G2980 G5656 sprak Hij G3326 met G846 hen G2532 , en G3004 G5719 zeide G846 tot hen G2293 G5720 : Zijt welgemoed G1473 , Ik G1510 G5748 ben G5399 G5737 het; vreest G3361 niet.
30 G1161 En G2036 G5627 hij zeide G3780 : Neen G3962 , vader G11 Abraham G235 , maar G1437 zo G5100 iemand G575 van G3498 de doden G4314 tot G846 hen G4198 G5680 heenging G3340 G5692 , zij zouden zich bekeren.
15 G1161 En G2036 G5627 zij zeiden G4314 tot G846 haar G3105 G5736 : Gij raast G1161 . Doch G1340 G5711 zij bleef er sterk bij G3779 , dat het alzo G2192 G5721 was G1161 . En G3004 G5707 zij zeiden G2076 G5748 : Het is G846 zijn G32 engel.