Romans 2:4-9

DSV_Strongs(i)
  4 G2228 Of G2706 G5719 veracht gij G4149 den rijkdom G846 Zijner G5544 goedertierenheid G2532 , en G463 verdraagzaamheid G2532 , en G3115 lankmoedigheid G50 G5723 , niet wetende G3754 , dat G5543 de goedertierenheid G2316 Gods G4571 u G1519 tot G3341 bekering G71 G5719 leidt?
  5 G1161 Maar G2596 naar G4675 uw G4643 hardigheid G2532 , en G279 onbekeerlijk G2588 hart G2343 G , vergadert gij G4572 uzelven G3709 toorn G2343 G5719 als een schat G1722 , in G2250 den dag G3709 des toorns G2532 , en G602 der openbaring G1341 van het rechtvaardig oordeel G2316 Gods.
  6 G3739 Welke G1538 een iegelijk G591 G5692 vergelden zal G2596 naar G846 zijn G2041 werken;
  7 G3303 Dengenen wel G2596 , die met G5281 volharding G18 G2041 in goeddoen G1391 , heerlijkheid G2532 , en G5092 eer G2532 , en G861 onverderfelijkheid G2212 G5723 zoeken G166 , het eeuwige G2222 leven;
  8 G1161 Maar G1537 G2052 dengenen, die twistgierig zijn G2532 , en G225 die der waarheid G544 G5723 G3303 ongehoorzaam G1161 , doch G93 der ongerechtigheid G3982 G5734 gehoorzaam zijn G2372 , [zal] verbolgenheid G2532 en G3709 toorn [vergolden] [worden];
  9 G2347 Verdrukking G2532 en G4730 benauwdheid G1909 over G3956 alle G5590 ziel G444 des mensen G2556 , die het kwade G2716 G5740 werkt G4412 , eerst G2453 van den Jood G5037 , en G2532 [ook G1672 ] van den Griek;