Psalms 104:14-35

DSV_Strongs(i)
  14 H2682 Hij doet het gras H6779 H8688 uitspruiten H929 voor de beesten H6212 , en het kruid H5656 tot dienst H120 des mensen H3899 , doende het brood H776 uit de aarde H3318 H8687 voortkomen.
  15 H3196 En den wijn H3824 , die het hart H582 des mensen H8055 H8762 verheugt H6440 , doende het aangezicht H6670 H8687 blinken H8081 van olie H3899 ; en het brood H3824 , dat het hart H582 des mensen H5582 H8799 sterkt.
  16 H6086 De bomen H3068 des HEEREN H7646 H8799 worden verzadigd H730 , de cederbomen H3844 van Libanon H5193 H8804 , die Hij geplant heeft;
  17 H6833 Alwaar de vogeltjes H7077 H8762 nestelen H2624 ; des ooievaars H1004 huis H1265 zijn de dennebomen.
  18 H1364 De hoge H2022 bergen H3277 zijn voor de steenbokken H5553 ; de steenrotsen H4268 zijn een vertrek H8227 voor de konijnen.
  19 H3394 Hij heeft de maan H6213 H8804 gemaakt H4150 tot de gezette tijden H8121 , de zon H3045 H8804 weet H3996 haar ondergang.
  20 H7896 H8799 Gij beschikt H2822 de duisternis H3915 , en het wordt nacht H2416 , in denwelken al het gedierte H3293 des wouds H7430 H8799 uittreedt:
  21 H3715 De jonge leeuwen H7580 H8802 , briesende H2964 om een roof H400 , en om hun spijs H410 van God H1245 H8763 te zoeken.
  22 H8121 De zon H2224 H8799 opgaande H622 H8735 , maken zij zich weg H7257 H8799 , en liggen neder H4585 in hun holen.
  23 H120 De mens H3318 H8799 gaat [dan] uit H6467 tot zijn werk H5656 , en naar zijn arbeid H6153 tot den avond toe.
  24 H7231 H8804 Hoe groot H4639 zijn Uw werken H3068 , o HEERE H2451 ! Gij hebt ze alle met wijsheid H6213 H8804 gemaakt H776 ; het aardrijk H4390 H8804 is vol H7075 van Uw goederen.
  25 H3220 Deze zee H1419 , die groot H7342 en wijd H3027 van ruimte H7431 is, daarin is het wriemelende gedierte H4557 , en dat zonder getal H6996 , kleine H2416 gedierten H1419 met grote.
  26 H1980 H8762 Daar wandelen H591 de schepen H3882 , [en] de Leviathan H3335 H8804 , dien Gij geformeerd hebt H7832 H8763 , [om] daarin te spelen.
  27 H7663 H8762 Zij allen wachten H400 op U, dat Gij [hun] hun spijze H5414 H8800 geeft H6256 te zijner tijd.
  28 H5414 H8799 Geeft Gij H3950 H8799 ze hun, zij vergaderen H3027 ze; doet Gij Uw hand H6605 H8799 open H2896 , zij worden met goed H7646 H8799 verzadigd.
  29 H5641 H8686 Verbergt Gij H6440 Uw aangezicht H926 H8735 , zij worden verschrikt H7307 ; neemt Gij hun adem H622 H8799 weg H1478 H8799 , zij sterven H7725 H8799 , en zij keren weder H6083 tot hun stof.
  30 H7971 H8762 Zendt Gij H7307 Uw Geest H1254 H8735 uit, zo worden zij geschapen H2318 H8762 , en Gij vernieuwt H6440 het gelaat H127 des aardrijks.
  31 H3519 De heerlijkheid H3068 des HEEREN H5769 zij tot in der eeuwigheid H3068 ; de HEERE H8055 H8799 verblijde Zich H4639 in Zijn werken.
  32 H776 Als Hij de aarde H5027 H8688 aanschouwt H7460 H8799 , zo beeft zij H2022 ; als Hij de bergen H5060 H8799 aanroert H6225 H8799 , zo roken zij.
  33 H3068 Ik zal den HEERE H7891 H8799 zingen H2416 in mijn leven H430 ; ik zal mijn God H2167 H8762 psalmzingen H5750 , terwijl ik nog ben.
  34 H7879 Mijn overdenking H6149 H8799 van Hem zal zoet zijn H3068 ; ik zal mij in den HEERE H8055 H8799 verblijden.
  35 H2400 De zondaars H776 zullen van de aarde H8552 H8735 verdaan worden H7563 , en de goddelozen H1288 H8761 zullen niet meer zijn. Loof H3068 den HEERE H5315 , mijn ziel H1984 H8761 H3050 ! Hallelujah!