DSV_Strongs(i)
14
H2682
Hij doet het gras
H6779 H8688
uitspruiten
H929
voor de beesten
H6212
, en het kruid
H5656
tot dienst
H120
des mensen
H3899
, doende het brood
H776
uit de aarde
H3318 H8687
voortkomen.
15
H3196
En den wijn
H3824
, die het hart
H582
des mensen
H8055 H8762
verheugt
H6440
, doende het aangezicht
H6670 H8687
blinken
H8081
van olie
H3899
; en het brood
H3824
, dat het hart
H582
des mensen
H5582 H8799
sterkt.
16
H6086
De bomen
H3068
des HEEREN
H7646 H8799
worden verzadigd
H730
, de cederbomen
H3844
van Libanon
H5193 H8804
, die Hij geplant heeft;
17
H6833
Alwaar de vogeltjes
H7077 H8762
nestelen
H2624
; des ooievaars
H1004
huis
H1265
zijn de dennebomen.
18
H1364
De hoge
H2022
bergen
H3277
zijn voor de steenbokken
H5553
; de steenrotsen
H4268
zijn een vertrek
H8227
voor de konijnen.
19
H3394
Hij heeft de maan
H6213 H8804
gemaakt
H4150
tot de gezette tijden
H8121
, de zon
H3045 H8804
weet
H3996
haar ondergang.
20
H7896 H8799
Gij beschikt
H2822
de duisternis
H3915
, en het wordt nacht
H2416
, in denwelken al het gedierte
H3293
des wouds
H7430 H8799
uittreedt:
21
H3715
De jonge leeuwen
H7580 H8802
, briesende
H2964
om een roof
H400
, en om hun spijs
H410
van God
H1245 H8763
te zoeken.
22
H8121
De zon
H2224 H8799
opgaande
H622 H8735
, maken zij zich weg
H7257 H8799
, en liggen neder
H4585
in hun holen.
23
H120
De mens
H3318 H8799
gaat [dan] uit
H6467
tot zijn werk
H5656
, en naar zijn arbeid
H6153
tot den avond toe.
24
H7231 H8804
Hoe groot
H4639
zijn Uw werken
H3068
, o HEERE
H2451
! Gij hebt ze alle met wijsheid
H6213 H8804
gemaakt
H776
; het aardrijk
H4390 H8804
is vol
H7075
van Uw goederen.
25
H3220
Deze zee
H1419
, die groot
H7342
en wijd
H3027
van ruimte
H7431
is, daarin is het wriemelende gedierte
H4557
, en dat zonder getal
H6996
, kleine
H2416
gedierten
H1419
met grote.
26
H1980 H8762
Daar wandelen
H591
de schepen
H3882
, [en] de Leviathan
H3335 H8804
, dien Gij geformeerd hebt
H7832 H8763
, [om] daarin te spelen.
27
H7663 H8762
Zij allen wachten
H400
op U, dat Gij [hun] hun spijze
H5414 H8800
geeft
H6256
te zijner tijd.
28
H5414 H8799
Geeft Gij
H3950 H8799
ze hun, zij vergaderen
H3027
ze; doet Gij Uw hand
H6605 H8799
open
H2896
, zij worden met goed
H7646 H8799
verzadigd.
29
H5641 H8686
Verbergt Gij
H6440
Uw aangezicht
H926 H8735
, zij worden verschrikt
H7307
; neemt Gij hun adem
H622 H8799
weg
H1478 H8799
, zij sterven
H7725 H8799
, en zij keren weder
H6083
tot hun stof.
30
H7971 H8762
Zendt Gij
H7307
Uw Geest
H1254 H8735
uit, zo worden zij geschapen
H2318 H8762
, en Gij vernieuwt
H6440
het gelaat
H127
des aardrijks.
31
H3519
De heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H5769
zij tot in der eeuwigheid
H3068
; de HEERE
H8055 H8799
verblijde Zich
H4639
in Zijn werken.
32
H776
Als Hij de aarde
H5027 H8688
aanschouwt
H7460 H8799
, zo beeft zij
H2022
; als Hij de bergen
H5060 H8799
aanroert
H6225 H8799
, zo roken zij.
33
H3068
Ik zal den HEERE
H7891 H8799
zingen
H2416
in mijn leven
H430
; ik zal mijn God
H2167 H8762
psalmzingen
H5750
, terwijl ik nog ben.