DSV_Strongs(i)
37
G1161
Maar
G611 G5679
Hij, antwoordende
G2036 G5627
, zeide
G846
tot hen
G1325 G5628
: Geeft
G5210
gij
G846
hun
G5315 G5629
te eten
G2532
. En
G3004 G5719
zij zeiden
G846
tot Hem
G565 G5631
: Zullen wij heengaan
G59 G5661
, en kopen
G1250
voor tweehonderd
G1220
penningen
G740
brood
G2532
, en
G846
hun
G5315 G5629
te eten
G1325 G5632
geven?