Leviticus 5:4-6

DSV_Strongs(i)
  4 H5315 Of als een mens H7650 H8735 zal gezworen hebben H981 H0 , onbedacht H8193 met zijn lippen H981 H8763 uitsprekende H7489 H8687 , om kwaad te doen H3190 H8687 , of om goed te doen H120 ; naar al wat de mens H7621 in den eed H981 H8762 onbedacht uitspreekt H5956 H8738 , en het is voor hem verborgen geweest H3045 H8804 , en hij is het gewaar geworden H259 , zo is hij aan een H816 H8804 van die schuldig.
  5 H259 Het zal dan geschieden, als hij aan een H816 H8799 van die schuldig is H3034 H8694 , dat hij belijden zal H2398 H8804 , waarin hij gezondigd heeft;
  6 H817 En tot zijn schuldoffer H3068 den HEERE H2403 voor zijn zonde H2398 H8804 , die hij gezondigd heeft H935 H8689 , brengen zal H5347 een wijfje H6629 van klein vee H3776 , een lam H8166 of een jonge H5795 geit H2403 , voor de zonde H3548 ; zo zal de priester H2403 voor hem vanwege zijn zonde H3722 H8765 verzoening doen.