DSV_Strongs(i)
17
H6256
Te dier tijd
H3389
zullen zij Jeruzalem
H7121 H8799
noemen
H3068
, des HEEREN
H3678
troon
H1471
; en al de heidenen
H6960 H8738
zullen tot haar vergaderd worden
H3068
, om des HEEREN
H8034
Naams
H3389
wil, te Jeruzalem
H3212 H8799
; en zij zullen niet meer wandelen
H310
naar
H8307
het goeddunken
H7451
van hun boos
H3820
hart.
18
H3117
In die dagen
H1004
zal het huis
H3063
van Juda
H3212 H8799
gaan
H1004
tot het huis
H3478
van Israel
H3162
; en zij zullen te zamen
H935 H8799
komen
H776
uit het land
H6828
van het noorden
H776
, in het land
H1
, dat Ik uw vaderen
H5157 H8689
ten erve gegeven heb.
19
H559 H8804
Ik zeide
H1121
wel: Hoe zal Ik u onder de kinderen
H7896 H8799
zetten
H5414 H8799
, en u geven
H2532
het gewenste
H776
land
H6643
, de sierlijke
H5159
erfenis
H6635
van de heirscharen
H1471
der heidenen
H559 H8799
? Maar Ik zeide
H7121 H8799
: Gij zult tot Mij roepen
H1
: Mijn Vader
H310
! en gij zult van achter
H7725 H8799
Mij niet afkeren.
20
H403
Waarlijk
H802
, [gelijk] een vrouw
H898 H8804
trouwelooslijk
H7453
scheidt van haar vriend
H898 H8804
, alzo hebt gijlieden trouwelooslijk tegen Mij gehandeld
H1004
, gij huis
H3478
Israels
H5002 H8803
! spreekt
H3068
de HEERE.
21
H6963
Er is een stem
H8085 H8738
gehoord
H8205
op de hoge plaatsen
H1065
, een geween
H8469
[en] smekingen
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H1870
, omdat zij hun weg
H5753 H8689
verkeerd
H3068
, [en] den HEERE
H430
, hun God
H7911 H8804
, vergeten hebben.