Jeremiah 23:30-32

DSV_Strongs(i)
  30 H5030 Daarom, ziet, Ik [wil] aan de profeten H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H1697 , die Mijn woorden H1589 H8764 stelen H376 , een ieder H7453 van zijn naaste;
  31 H5030 Ziet, Ik [wil] aan de profeten H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H3956 , die hun tong H3947 H8802 nemen H5001 H8799 , en spreken H5002 H8803 : Hij heeft [het] gesproken;
  32 H8267 Ziet, Ik [wil] aan degenen, die valse H2472 dromen H5012 H8737 profeteren H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5608 H8762 , en vertellen H8582 H8686 die, en verleiden H5971 Mijn volk H8267 met hun leugenen H6350 en met hun lichtvaardigheid H7971 H8804 ; daar Ik hen niet gezonden H6680 H8765 , en hun niets bevolen heb H5971 , en zij dit volk H3276 H8687 gans H3276 H8686 geen nut doen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.