DSV_Strongs(i)
7
H2617
Ik zal de goedertierenheden
H3068
des HEEREN
H2142 H8686
vermelden
H8416
, den veelvoudigen lof
H3068
des HEEREN
H3068
, naar alles, wat de HEERE
H1580 H8804
ons heeft bewezen
H7227
, en de grote
H2898
goedigheid
H1004
aan het huis
H3478
van Israel
H1580 H8804
, die Hij hun bewezen heeft
H7356
, naar Zijn barmhartigheden
H7230
, en naar de veelheid
H2617
Zijner goedertierenheden.
8
H559 H8799
Want Hij zeide
H5971
: Zij zijn immers Mijn volk
H1121
, kinderen
H8266 H8762
, [die] niet liegen zullen
H3467 H8688
? Alzo is Hij hun geworden tot een Heiland.
9
H6869
In al hun benauwdheid
H6862
was Hij benauwd
H4397
, en de Engel
H6440
Zijns aangezichts
H3467 H8689
heeft hen behouden
H160
; door Zijn liefde
H2551
en door Zijn genade
H1350 H8804
heeft Hij hen verlost
H5190 H8762
; en Hij nam hen op
H5375 H8762
, en Hij droeg
H3117
hen al de dagen
H5769
van ouds.
10
H4784 H8804
Maar zij zijn wederspannig geworden
H6944
, en zij hebben Zijn Heiligen
H7307
Geest
H6087 H8765
smarten aangedaan
H341 H8802
; daarom is Hij hun in een vijand
H2015 H8735
verkeerd
H3898 H8738
, Hij Zelf heeft tegen hen gestreden.
11
H2142 H8799
Nochtans dacht Hij aan
H3117
de dagen
H5769
van ouds
H4872
, aan Mozes
H5971
[en] Zijn volk
H3220
; [maar] [nu], waar is Hij, Die hen uit de zee
H5927 H8688
opgebracht heeft
H7462 H8802
, met de herders
H6629
Zijner kudde
H6944
? Waar is Hij, Die Zijn Heiligen
H7307
Geest
H7130
in het midden
H7760 H8802
van hen stelde?
12
H2220
Die den arm
H8597
Zijner heerlijkheid
H3212 H8688
heeft doen gaan
H3225
aan de rechterhand
H4872
van Mozes
H4325
; Die de wateren
H6440
voor hunlieder aangezichten
H1234 H8802
kliefde
H5769
opdat Hij Zich een eeuwigen
H8034
Naam
H6213 H8800
maakte?