Isaiah 22:1-9

DSV_Strongs(i)
  1 H4853 De last H1516 van het dal H2384 des gezichts H645 . Wat is u nu H1406 , dat gij altegader op de daken H5927 H8804 klimt?
  2 H4392 Gij, die vol H8663 van groot gedruis H1993 H8802 waart, gij woelige H5892 stad H5947 , gij, vrolijk huppelende H7151 stad H2491 , Uw verslagenen H2491 zijn niet verslagen H2719 met het zwaard H4191 H8801 , noch gestorven H4421 in den strijd.
  3 H7101 Al uw oversten H3162 zijn te zamen H5074 H8804 weggevlucht H7198 ; zij zijn van de schutters H631 H8795 gebonden H4672 H8737 , allen, die in u gevonden zijn H3162 H631 H8795 , zijn samengebonden H7350 , zij zijn van verre H1272 H8804 gevloden.
  4 H559 H8804 Daarom zeg ik H8159 H8798 : Wendt het gezicht van mij af H4843 H8762 ; laat mij bitterlijk H1065 wenen H213 H8686 ; dringt niet aan H5162 H8763 , om mij te troosten H7701 over de verstoring H1323 der dochteren H5971 mijns volks.
  5 H3117 Want het is een dag H4103 van beroering H4001 , en van vertreding H3998 , en van verwarring H136 van den Heere H3069 , den HEERE H6635 der heirscharen H1516 , in het dal H2384 des gezichts H6979 H8772 , [een] [dag] van ontmuring H7023 des muurs H7771 , en van geschreeuw H2022 naar het gebergte toe.
  6 H5867 Want Elam H827 heeft den pijlkoker H5375 H8804 genomen H120 , de man H7393 is op den wagen H6571 , er zijn ruiters H7024 ; en Kir H6168 H8765 ontbloot H4043 het schild.
  7 H4005 En het zal geschieden, dat uw uitgelezen H6010 dalen H4390 H0 vol H7393 wagenen H4390 H8804 zullen zijn H6571 , en dat de ruiters H7896 H8800 zich gewisselijk H7896 H8804 zullen zetten H8179 ter poorten aan.
  8 H4539 En hij zal het deksel H3063 van Juda H1540 H8762 ontdekken H3117 ; en te dien dage H5027 H8686 zult gij zien H5402 naar de wapenen H1004 in het huis H3293 des wouds.
  9 H7200 H8804 En gijlieden zult bezien H1233 de reten H5892 der stad H1732 Davids H7231 H8804 , omdat zij vele zijn H4325 ; en gij zult de wateren H8481 des ondersten H1295 vijvers H6908 H8762 vergaderen.