Hebrews 2:9-15

DSV_Strongs(i)
  9 G1161 Maar G991 G5719 wij zien G2424 Jezus G1391 met heerlijkheid G2532 en G5092 eer G4737 G5772 gekroond G3588 , Die G1024 G5100 een weinig G3844 minder dan G32 de engelen G1642 G5772 geworden was G1223 , vanwege G3804 het lijden G2288 des doods G3704 , opdat G5485 Hij door de genade G2316 Gods G5228 voor G3956 allen G2288 den dood G1089 G5667 smaken zou.
  10 G1063 Want G4241 G5707 het betaamde G846 Hem G1223 , om G3739 Welken G3956 alle dingen G2532 zijn, en G1223 door G3739 Welken G3956 alle dingen G4183 zijn, dat Hij, vele G5207 kinderen G1519 tot G1391 de heerlijkheid G71 G5631 leidende G747 , den oversten Leidsman G846 hunner G4991 zaligheid G1223 door G3804 lijden G5048 G5658 zou heiligen.
  11 G1063 Want G5037 en G37 G5723 Hij, Die heiligt G2532 , en G37 G5746 zij, die geheiligd worden G3956 , zijn allen G1537 uit G1520 een G1223 ; om G3739 welke G156 oorzaak G3756 Hij Zich niet G1870 G5736 schaamt G846 hen G80 broeders G2564 G5721 te noemen.
  12 G3004 G5723 Zeggende G4675 : Ik zal Uw G3686 naam G3450 Mijn G80 broederen G518 G5692 verkondigen G1722 ; in G3319 het midden G1577 der Gemeente G4571 zal Ik U G5214 G5692 lofzingen.
  13 G2532 En G3825 wederom G1473 : Ik G2071 G zal G3982 G5756 Mijn betrouwen G1909 op G846 Hem G2071 G5704 stellen G2532 . En G3825 wederom G2400 G5628 : Zie G1473 daar, Ik G2532 en G3813 de kinderen G3739 , die G3427 Mij G2316 God G1325 G5656 gegeven heeft.
  14 G1893 Overmits G3767 dan G3813 de kinderen G4561 des vleses G2532 en G129 bloeds G2841 G5758 deelachtig zijn G846 , zo is Hij G2532 ook G3898 desgelijks G846 derzelve G3348 G5627 deelachtig geworden G2443 , opdat G1223 Hij door G2288 den dood G2673 G5661 te niet doen zou G2904 dengene, die het geweld G2288 des doods G2192 G5723 had G5123 G5748 , dat is G1228 , den duivel;
  15 G2532 En G525 G5661 verlossen zou G5128 al degenen G3745 , die G1223 met G5401 vreze G2288 des doods G3956 , door al G2198 G5721 [hun] leven G1397 , der dienstbaarheid G1777 onderworpen G2258 G5713 waren.