DSV_Strongs(i)
16
H3318 H8798
Ga
H4480
uit
H8392
de ark
H859
, gij
H802
, en uw huisvrouw
H1121
, en uw zonen
H802
, en de vrouwen
H1121
uwer zonen
H854
met u.
17
H3605
Al
H2416
het gedierte
H834
, dat
H854
met u
H4480
[is], van
H3605
alle
H1320
vlees
H5775
, aan gevogelte
H929
, en aan vee
H3605
, en aan al
H7431
het kruipend gedierte
H5921
, dat op
H776
de aarde
H7430 H8802
kruipt
H3318 H0
, doe
H854
met
H3318 H8685
u uitgaan
H8317 H8804
; en dat zij overvloediglijk voorttelen
H776
op de aarde
H6509 H8804
, en vruchtbaar zijn
H7235 H8804
, en vermenigvuldigen
H5921
op
H776
de aarde.
18
H3318 H0
Toen ging
H5146
Noach
H3318 H8799
uit
H1121
, en zijn zonen
H802
, en zijn huisvrouw
H802
, en de vrouwen
H1121
zijner zonen
H854
met hem.
19
H3605
Al
H2416
het gedierte
H3605
, al
H7431
het kruipende
H3605
, en al
H5775
het gevogelte
H3605
, al
H5921
wat zich op
H776
de aarde
H7430 H8802
roert
H4940
, naar hun geslachten
H3318 H8804
, gingen
H4480
uit
H8392
de ark.
20
H5146
En Noach
H1129 H8799
bouwde
H3068
den HEERE
H4196
een altaar
H3947 H8799
; en hij nam
H4480
van
H3605
al
H2889
het reine
H929
vee
H4480
, en van
H3605
al
H2889
het rein
H5775
gevogelte
H5927 H8686
, en offerde
H5930
brandofferen
H4196
op dat altaar.
21
H3068
En de HEERE
H7306 H8686
rook
H5207
dien liefelijken
H853
,
H7381
reuk
H3068
, en de HEERE
H559 H8799
zeide
H413
in
H3820
Zijn hart
H3254 H8686
: Ik zal voortaan
H127
den aardbodem
H3808
niet
H5750
meer
H7043 H8763
vervloeken
H5668 H0
om
H120
des mensen
H5668
wil
H3588
; want
H3336
het gedichtsel
H120
van 's mensen
H3820
hart
H7451
is boos
H4480
van
H5271
zijn jeugd
H3254 H8686
aan; en Ik zal voortaan
H3808
niet
H5750
meer
H3605
al
H2416
het levende
H5221 H8687
slaan
H834
, gelijk als
H6213 H8804
Ik gedaan heb.