Genesis 4:8-13

DSV_Strongs(i)
  8 H7014 En Kain H559 H8799 sprak H413 met H251 zijn broeder H1893 Habel H1961 H8799 ; en het geschiedde H7704 , als zij in het veld H1961 H8800 waren H7014 , dat Kain H413 tegen H251 zijn broeder H1893 Habel H6965 H8799 opstond H2026 H8799 , en sloeg hem dood.
  9 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H413 tot H7014 Kain H335 : Waar H1893 [is] Habel H251 , uw broeder H559 H8799 ? En hij zeide H3045 H8804 : Ik weet H3808 [het] niet H595 ; [ben] ik H251 mijns broeders H8104 H8802 hoeder?
  10 H559 H8799 En Hij zeide H4100 : Wat H6213 H8804 hebt gij gedaan H6963 ? [daar] [is] een stem H1818 des bloeds H251 van uw broeder H413 , dat tot H6817 H8802 Mij roept H4480 van H127 den aardbodem.
  11 H6258 En nu H859 zijt gij H779 H8803 vervloekt H4480 van H127 den aardbodem H834 , die H6310 zijn mond H6475 H8804 heeft opengedaan H251 , om uws broeders H1818 bloed H4480 van H3027 uw hand H3947 H8800 te ontvangen.
  12 H3588 Als H127 gij den aardbodem H5647 H8799 bouwen zult H3581 , hij zal u zijn vermogen H3808 niet H3254 H8686 meer H5414 H8800 geven H5128 H8801 ; gij zult zwervende H5110 H8802 en dolende H1961 H8799 zijn H776 op aarde.
  13 H7014 En Kain H559 H8799 zeide H413 tot H3068 den HEERE H5771 : Mijn misdaad H1419 [is] groter H4480 , dan dat H5375 H8800 zij vergeven worde.