DSV_Strongs(i)
18
H5066 H8799
Toen naderde
H3063
Juda
H413
tot
H559 H8799
hem, en zeide
H994
: Och
H113
, mijn heer
H4994
! laat toch
H5650
uw knecht
H1697
een woord
H1696 H8762
spreken
H113
voor mijns heren
H241
oren
H639
, en laat uw toorn
H5650
tegen uw knecht
H408
niet
H2734 H8799
ontsteken
H3588
; want
H3644
gij zijt even gelijk
H6547
Farao!
19
H113
Mijn heer
H7592 H8804
vraagde
H5650
zijn knechten
H559 H8800
, zeggende
H3426
: Hebt
H1
gijlieden een vader
H176
, of
H251
broeder?
20
H559 H8799
Zo zeiden wij
H413
tot
H113
mijn heer
H3426
: Wij hebben
H2205
een ouden
H1
vader
H3206
, en een jongeling
H2208
des ouderdoms
H6996
, den kleinsten
H251
, wiens broeder
H4191 H8804
dood is
H1931
, en hij
H909
is alleen
H517
van zijn moeder
H3498 H8735
overgebleven
H1
, en zijn vader
H157 H8804
heeft hem lief.
21
H559 H8799
Toen zeidet gij
H413
tot
H5650
uw knechten
H3381 H8685
: Brengt hem af
H413
tot
H5869
mij, dat ik mijn oog
H5921
op
H7760 H8799
hem sla.
22
H559 H8799
En wij zeiden
H413
tot
H113
mijn heer
H5288
: Die jongeling
H1
zal zijn vader
H3808
niet
H3201 H8799
kunnen
H5800 H8800
verlaten
H1
; indien hij zijn vader
H5800 H8804
verlaat
H4191 H8804
, zo zal hij sterven.
23
H559 H8799
Toen zeidet gij
H413
tot
H5650
uw knechten
H3808
: Indien
H6996
uw kleinste
H251
broeder
H854
met
H3808
u niet
H3381 H8799
afkomt
H6440
, zo zult gij mijn aangezicht
H3808
niet
H3254 H8686
meer
H7200 H8800
zien.
24
H1961 H8799
En het is geschied
H3588
, als
H413
wij tot
H5650
uw knecht
H1
, mijn vader
H5927 H8804
, opgetrokken zijn
H1697
, en wij hem de woorden
H113
mijns heren
H5046 H8686
verhaald hebben;
25
H1
En dat onze vader
H559 H8799
gezegd heeft
H7725 H8798
: Keert weder
H7666 H8798
. koopt
H4592
ons een weinig
H400
spijze;
26
H559 H8799
Zo hebben wij gezegd
H3808
: Wij zullen niet
H3201 H8799
mogen
H3381 H8800
aftrekken
H518
; indien
H6996
onze kleinste
H251
broeder
H854
bij
H3426
ons is
H3381 H8804
, zo zullen wij aftrekken
H3588
; want
H6440
wij zullen het aangezicht
H376
van dien man
H3808
niet
H3201 H8799
mogen
H7200 H8800
zien
H6996
, zo deze onze kleinste
H251
broeder
H369 H0
niet
H854
bij
H369
ons is.
27
H559 H8799
Toen zeide
H5650
uw knecht
H1
, mijn vader
H413
, tot
H859
ons: Gijlieden
H3045 H8804
weet
H3588
, dat
H802
mijn huisvrouw
H8147
er mij twee
H3205 H8804
gebaard heeft.
28
H259
En de een
H4480 H854
is van
H3318 H8799
mij uitgegaan
H559 H8799
, en ik heb gezegd
H389
: Voorwaar
H2963 H8800
, hij is gewisselijk
H2963 H8776
verscheurd geworden
H3808
! en ik heb hem niet
H7200 H8804
gezien
H5704
tot
H2008
nu toe.
29
H2088
Indien gij nu dezen
H1571
ook
H4480 H5973
van
H6440
mijn aangezicht
H3947 H8804
wegneemt
H611
, en hem een verderf
H7136 H8804
ontmoette
H7872
, zo zoudt gij mijn grauwe haren
H7451
met jammer
H7585
ten grave
H3381 H8689
doen nederdalen!
30
H6258
Nu dan
H413
, als ik tot
H5650
uw knecht
H1
, mijn vader
H935 H8800
, kome
H5288
, en de jongeling
H369
is niet
H854
bij
H5315
ons (alzo zijn ziel
H5315
aan de ziel
H7194 H8803
van dezen gebonden is),
31
H1961 H8804
Zo zal het geschieden
H7200 H8800
, als hij ziet
H3588
, dat
H5288
de jongeling
H369
er niet is
H4191 H8804
, dat hij sterven zal
H5650
; en uw knechten
H7872
zullen de grauwe haren
H5650
van uw knecht
H1
, onzen vader
H3015
, met droefenis
H7585
ten grave
H3381 H8689
doen nederdalen.
32
H3588
Want
H5650
uw knecht
H5288
is voor deze jongeling
H6148 H8804
borg
H4480 H5973
bij
H1
mijn vader
H559 H8800
, zeggende
H518
: Zo
H413
ik hem tot
H3808
u niet
H935 H8686
wederbreng
H1
, zo zal ik tegen mijn vader
H3605
alle
H3117
dagen
H2398 H8804
gezondigd hebben!