DSV_Strongs(i)
1
H6680 H8762
En hij gebood
H834
dengene, die
H5921
over
H1004
zijn huis
H559 H8800
was, zeggende
H4390 H8761
: Vul
H572
de zakken
H582
dezer mannen
H400
met spijze
H834
, naar dat
H3201 H8799
zij zullen kunnen
H5375 H8800
dragen
H7760 H8798
, en leg
H376
ieders mans
H3701
geld
H6310
in den mond
H572
van zijn zak;
2
H1375
En mijn beker
H3701
, den zilveren
H1375
beker
H7760 H8799
, zult gij leggen
H6310
in den mond
H572
van den zak
H6996
des kleinsten
H3701
, met het geld
H7668
van zijn koren
H6213 H8799
. En hij deed
H3130
naar Jozefs
H1697
woord
H834
, hetwelk
H1696 H8765
hij gesproken had.
3
H1242
Des morgens
H215 H8804
, als het licht werd
H582
, zo liet men deze mannen
H7971 H8795
trekken
H1992
, hen
H2543
en hun ezelen.
4
H1992
Zij
H5892
zijn ter stad
H3318 H8804
uitgegaan
H3808
; zij waren niet
H7368 H8689
verre gekomen
H3130
, als Jozef
H834
tot dengene, die
H5921
over
H1004
zijn huis
H559 H8804
was, zeide
H6965 H8798
: Maak u op
H7291 H8798
, en jaag
H582
die mannen
H310
achterna
H5381 H8689
; en als gij hen zult achterhaald hebben
H413
, zo zult gij tot
H559 H8804
hen zeggen
H4100
: Waarom
H7451
hebt gij kwaad
H8478
voor
H2896
goed
H7999 H8765
vergolden?
5
H2088
Is het deze
H3808
niet
H834
, waaruit
H113
mijn heer
H8354 H8799
drinkt
H1931
? en waarbij hij
H5172 H8763
[iets] zekerlijk
H5172 H8762
waarnemen zal
H7489 H8689
? Gij hebt kwalijk gedaan
H834
, wat
H6213 H8804
gij gedaan hebt.
6
H5381 H8686
En hij achterhaalde
H1696 H8762
hen, en sprak
H413
tot
H428
hen diezelfde
H1697
woorden.
7
H559 H8799
En zij zeiden
H413
tot
H4100
hem: Waarom
H1696 H8762
spreekt
H113
mijn heer
H428
zulke
H1697
woorden
H2486
? Het zij verre
H5650
van uw knechten
H4480
, dat
H2088
zij zodanig
H1697
een ding
H6213 H8800
doen zouden.
8
H2005
Zie
H3701
, het geld
H834
, dat
H6310
wij in den mond
H572
onzer zakken
H4672 H8804
vonden
H413
, hebben wij tot
H4480
u uit
H776
het land
H3667
Kanaan
H7725 H8689
wedergebracht
H349
; hoe
H4480
zouden wij dan uit
H1004
het huis
H113
uws heren
H3701
zilver
H176
of
H2091
goud
H1589 H8799
stelen?
9
H854
Bij
H834
wien
H4480
van
H5650
uw knechten
H4672 H8735
hij gevonden zal worden
H4191 H8804
, dat hij sterve
H1571
; en ook
H587
zullen wij
H113
mijn heer
H5650
tot slaven
H1961 H8799
zijn!
10
H559 H8799
En hij zeide
H1931
: Dit
H6258
zij nu
H1571
ook
H3651
alzo
H1697
, naar uw woorden
H854
! Bij
H834
wien
H4672 H8735
hij gevonden wordt
H1961 H8799
, die zij
H5650
mijn slaaf
H859
; maar gijlieden
H5355
zult onschuldig
H1961 H8799
zijn.
11
H4116 H8762
En zij haastten
H376
, en iegelijk
H3381 H0
zette
H572
zijn zak
H3381 H8686
af
H776
op de aarde
H376
, en iegelijk
H6605 H8799
opende
H572
zijn zak.
12
H2664 H8762
En hij doorzocht
H2490 H8689
, beginnende
H1419
met den grootste
H3615 H8765
, en voleindigende
H6996
met den kleinste
H1375
; en die beker
H4672 H8735
werd gevonden
H572
in den zak
H1144
van Benjamin.
13
H7167 H8799
Toen scheurden zij
H8071
hun klederen
H376
; en ieder man
H6006 H8799
laadde
H2543
zijn ezel
H5921
op
H7725 H8799
, en zij keerden weder
H5892
naar de stad.
14
H3063
En Juda
H935 H8799
kwam
H251
met zijn broederen
H1004
in het huis
H3130
van Jozef
H1931
; want hij
H5750
was nog
H8033
zelf aldaar
H5307 H0
; en zij vielen
H6440
voor zijn aangezicht
H5307 H8799
neder
H776
ter aarde.
15
H3130
En Jozef
H559 H8799
zeide
H4100
tot hen: Wat
H4639
daad
H2088
is dit
H834
, die
H6213 H8804
gij gedaan hebt
H3045 H8804
? Weet gij
H3808
niet
H3588
, dat
H376
zulk een man
H834 H3644
als
H5172 H8763
ik [dat] zekerlijk
H5172 H8762
waarnemen zoude?
16
H559 H8799
Toen zeide
H3063
Juda
H4100
: Wat
H113
zullen wij tot mijn heer
H559 H8799
zeggen
H4100
, wat
H1696 H8762
zullen wij spreken
H4100
, en wat
H6663 H8691
zullen wij ons rechtvaardigen
H430
? God
H5771
heeft de ongerechtigheid
H5650
uwer knechten
H4672 H8804
gevonden
H2009
; zie
H113
, wij zijn mijns heren
H5650
slaven
H1571
, zo
H587
wij
H1571
, als
H834
hij, in wiens
H3027
hand
H1375
de beker
H4672 H8738
gevonden is.
17
H559 H8799
Maar hij zeide
H2486
: Het zij verre
H4480
van
H2063
mij zulks
H6213 H8800
te doen
H376
! de man
H834
, in wiens
H3027
hand
H1375
de beker
H4672 H8738
gevonden is
H1931
, die
H5650
zal mijn slaaf
H1961 H8799
zijn
H5927 H0
; doch trekt
H859
gijlieden
H5927 H8798
op
H7965
in vrede
H413
tot
H1
uw vader.
18
H5066 H8799
Toen naderde
H3063
Juda
H413
tot
H559 H8799
hem, en zeide
H994
: Och
H113
, mijn heer
H4994
! laat toch
H5650
uw knecht
H1697
een woord
H1696 H8762
spreken
H113
voor mijns heren
H241
oren
H639
, en laat uw toorn
H5650
tegen uw knecht
H408
niet
H2734 H8799
ontsteken
H3588
; want
H3644
gij zijt even gelijk
H6547
Farao!
19
H113
Mijn heer
H7592 H8804
vraagde
H5650
zijn knechten
H559 H8800
, zeggende
H3426
: Hebt
H1
gijlieden een vader
H176
, of
H251
broeder?
20
H559 H8799
Zo zeiden wij
H413
tot
H113
mijn heer
H3426
: Wij hebben
H2205
een ouden
H1
vader
H3206
, en een jongeling
H2208
des ouderdoms
H6996
, den kleinsten
H251
, wiens broeder
H4191 H8804
dood is
H1931
, en hij
H909
is alleen
H517
van zijn moeder
H3498 H8735
overgebleven
H1
, en zijn vader
H157 H8804
heeft hem lief.
21
H559 H8799
Toen zeidet gij
H413
tot
H5650
uw knechten
H3381 H8685
: Brengt hem af
H413
tot
H5869
mij, dat ik mijn oog
H5921
op
H7760 H8799
hem sla.
22
H559 H8799
En wij zeiden
H413
tot
H113
mijn heer
H5288
: Die jongeling
H1
zal zijn vader
H3808
niet
H3201 H8799
kunnen
H5800 H8800
verlaten
H1
; indien hij zijn vader
H5800 H8804
verlaat
H4191 H8804
, zo zal hij sterven.
23
H559 H8799
Toen zeidet gij
H413
tot
H5650
uw knechten
H3808
: Indien
H6996
uw kleinste
H251
broeder
H854
met
H3808
u niet
H3381 H8799
afkomt
H6440
, zo zult gij mijn aangezicht
H3808
niet
H3254 H8686
meer
H7200 H8800
zien.
24
H1961 H8799
En het is geschied
H3588
, als
H413
wij tot
H5650
uw knecht
H1
, mijn vader
H5927 H8804
, opgetrokken zijn
H1697
, en wij hem de woorden
H113
mijns heren
H5046 H8686
verhaald hebben;
25
H1
En dat onze vader
H559 H8799
gezegd heeft
H7725 H8798
: Keert weder
H7666 H8798
. koopt
H4592
ons een weinig
H400
spijze;
26
H559 H8799
Zo hebben wij gezegd
H3808
: Wij zullen niet
H3201 H8799
mogen
H3381 H8800
aftrekken
H518
; indien
H6996
onze kleinste
H251
broeder
H854
bij
H3426
ons is
H3381 H8804
, zo zullen wij aftrekken
H3588
; want
H6440
wij zullen het aangezicht
H376
van dien man
H3808
niet
H3201 H8799
mogen
H7200 H8800
zien
H6996
, zo deze onze kleinste
H251
broeder
H369 H0
niet
H854
bij
H369
ons is.
27
H559 H8799
Toen zeide
H5650
uw knecht
H1
, mijn vader
H413
, tot
H859
ons: Gijlieden
H3045 H8804
weet
H3588
, dat
H802
mijn huisvrouw
H8147
er mij twee
H3205 H8804
gebaard heeft.
28
H259
En de een
H4480 H854
is van
H3318 H8799
mij uitgegaan
H559 H8799
, en ik heb gezegd
H389
: Voorwaar
H2963 H8800
, hij is gewisselijk
H2963 H8776
verscheurd geworden
H3808
! en ik heb hem niet
H7200 H8804
gezien
H5704
tot
H2008
nu toe.
29
H2088
Indien gij nu dezen
H1571
ook
H4480 H5973
van
H6440
mijn aangezicht
H3947 H8804
wegneemt
H611
, en hem een verderf
H7136 H8804
ontmoette
H7872
, zo zoudt gij mijn grauwe haren
H7451
met jammer
H7585
ten grave
H3381 H8689
doen nederdalen!
30
H6258
Nu dan
H413
, als ik tot
H5650
uw knecht
H1
, mijn vader
H935 H8800
, kome
H5288
, en de jongeling
H369
is niet
H854
bij
H5315
ons (alzo zijn ziel
H5315
aan de ziel
H7194 H8803
van dezen gebonden is),
31
H1961 H8804
Zo zal het geschieden
H7200 H8800
, als hij ziet
H3588
, dat
H5288
de jongeling
H369
er niet is
H4191 H8804
, dat hij sterven zal
H5650
; en uw knechten
H7872
zullen de grauwe haren
H5650
van uw knecht
H1
, onzen vader
H3015
, met droefenis
H7585
ten grave
H3381 H8689
doen nederdalen.
32
H3588
Want
H5650
uw knecht
H5288
is voor deze jongeling
H6148 H8804
borg
H4480 H5973
bij
H1
mijn vader
H559 H8800
, zeggende
H518
: Zo
H413
ik hem tot
H3808
u niet
H935 H8686
wederbreng
H1
, zo zal ik tegen mijn vader
H3605
alle
H3117
dagen
H2398 H8804
gezondigd hebben!