DSV_Strongs(i)
8
H3498 H8689
Ik zal dan nog een overblijfsel laten
H2719
, als gij [enigen] zult hebben, die het zwaard
H6412
ontkomen
H1471
onder de heidenen
H776
, wanneer gij in de landen
H2219 H8736
zult verstrooid worden.
9
H6412
Dan zullen uw ontkomenen
H2142 H8804
Mijner gedenken
H1471
onder de heidenen
H7617 H8738
, waar zij gevankelijk zullen geworden zijn
H7665 H8738
, omdat Ik verbroken ben
H2181 H8802
door hun hoerachtig
H3820
hart
H5493 H8804
, dat van Mij afgeweken is
H5869
, en door hun ogen
H1544
, die hun drekgoden
H2181 H8802 H310
nahoereren
H6962 H0
; en zij zullen een walging
H6440
aan zichzelven
H6962 H8738
hebben
H7451
over de boosheden
H8441
, die zij in al hun gruwelen
H6213 H8804
gedaan hebben.