Deuteronomy 25:5-10

  5 H251 Wanneer broeders H3427 H8799 H3162 samenwonen H259 , en een H4191 H8804 van hen sterft H1121 , en geen zoon H802 heeft, zo zal de vrouw H4191 H8801 des verstorvenen H2114 H8801 aan geen vreemden H376 man H2351 daarbuiten H2993 geworden; haar mans broeder H935 H8799 zal tot haar ingaan H3947 H8804 , en nemen H802 haar zich ter vrouwe H2992 H8762 , en doen haar den plicht van eens mans broeder.

  6 H1060 En het zal geschieden, dat de eerstgeborene H3205 H8799 , dien zij zal baren H6965 H8799 , zal staan H8034 in den naam H251 zijns broeders H4191 H8801 , des verstorvenen H8034 ; opdat zijn naam H4229 H8735 niet uitgedelgd worde H3478 uit Israel.

  7 H376 Maar indien dezen man H2994 zijns broeders vrouw H2654 H8799 niet bevallen zal H3947 H8800 te nemen H2994 , zo zal zijn broeders vrouw H5927 H8804 opgaan H8179 naar de poort H2205 tot de oudsten H559 H8804 , en zeggen H2993 : Mijns mans broeder H3985 H8765 weigert H251 zijn broeder H8034 een naam H6965 H8687 te verwekken H3478 in Israel H14 H8804 ; hij wil H2992 H8763 mij den plicht van eens mans broeders niet doen.

  8 H2205 Dan zullen hem de oudsten H5892 zijner stad H7121 H8804 roepen H1696 H8765 , en tot hem spreken H5975 H8804 ; blijft hij dan daarbij staan H559 H8804 , en zegt H2654 H8804 : Het bevalt mij H3947 H8800 niet haar te nemen;

  9 H2994 Zo zal zijns broeders vrouw H5869 voor de ogen H2205 der oudsten H5066 H8738 tot hem toetreden H5275 , en zijn schoen H7272 van zijn voet H2502 H8804 uittrekken H3417 H8804 , en spuwen H6440 in zijn aangezicht H6030 H8804 , en zal betuigen H559 H8804 en zeggen H376 : Alzo zal dien man H6213 H8735 gedaan worden H251 , die zijns broeders H1004 huis H1129 H8799 niet zal bouwen.

  10 H8034 En zijn naam H3478 zal in Israel H7121 H8738 genoemd worden H1004 : Het huis H5275 desgenen, dien de schoen H2502 H8803 uitgetogen is.