1 Kings 8:37-40

DSV_Strongs(i)
  37 H3588 Als H7458 er honger H776 in het land H1961 H8799 wezen zal H3588 , als H1698 er pest H1961 H8799 wezen zal H3588 , als H7711 er brandkoren H3420 , honigdauw H697 , sprinkhanen H2625 , kevers H1961 H8799 wezen zullen H3588 , als H341 H8802 zijn vijand H776 in het land H8179 zijner poorten H6887 H8686 hem belegeren zal H3605 , [of] enige H5061 plage H3605 , [of] enige H4245 krankheid wezen zal;
  38 H3605 Alle H8605 gebed H3605 , alle H8467 smeking H834 , die H3605 van enig H120 mens H3605 , van al H5971 Uw volk H3478 Israel H1961 H8799 , geschieden zal H834 ; als H3045 H8799 zij erkennen H376 , een ieder H5061 de plage H3824 zijns harten H3709 , en [een] [ieder] zijn handen H413 in H2088 dit H1004 huis H6566 H8804 uitbreiden zal;
  39 H8085 H8799 Hoor H859 Gij H8064 dan in den hemel H4349 , de vaste plaats H3427 H8800 Uwer woning H5545 H8804 , en vergeef H6213 H8804 , en doe H5414 H8804 , en geef H376 een iegelijk H3605 naar al H1870 zijn wegen H834 , gelijk H3824 Gij zijn hart H3045 H8799 kent H3588 ; want H859 Gij H3045 H8804 alleen kent H3824 het hart H3605 van alle H1121 kinderen H120 der mensen;
  40 H4616 Opdat H3372 H8799 zij U vrezen H3605 al H3117 de dagen H834 , die H1992 zij H2416 leven zullen H5921 H6440 in H127 het land H834 , dat H1 Gij onzen vaderen H5414 H8804 gegeven hebt.