Romans 2:19-22

DSV_Strongs(i)
  19 G5037 En G3982 G5754 gij betrouwt G4572 uzelven G1511 G5750 te zijn G3595 een leidsman G5185 der blinden G5457 , een licht G1722 dergenen, die in G4655 duisternis zijn;
  20 G3810 Een onderrichter G878 der onwijzen G1320 , [en] een leermeester G3516 der onwetenden G2192 G5723 , hebbende G3446 de gedaante G1108 der kennis G2532 en G225 der waarheid G1722 in G3551 de wet.
  21 G3588 Die G3767 dan G2087 een anderen G1321 G5723 leert G1321 G5719 , leert gij G4572 uzelven G3756 niet G2784 G5723 ? Die predikt G3361 , dat men niet G2813 G5721 stelen zal G2813 G5719 , steelt gij?
  22 G3004 G5723 Die zegt G3361 , dat men geen G3431 G5721 overspel doen zal G3431 G5719 , doet gij overspel G1497 ? Die van de afgoden G948 G5740 een gruwel hebt G2416 G5719 , berooft gij het heilige?