DSV_Strongs(i)
11
G2532
En
G1492 G5627
ik zag
G3772
den hemel
G455 G5772
geopend
G2532
; en
G2400 G5628
ziet
G3022
, een wit
G2462
paard
G2532
, en
G1909
Die op
G846
hetzelve
G2521 G5740
zat
G2564 G5746
, was genaamd
G4103
Getrouw
G2532
en
G228
Waarachtig
G2532
, en
G2919 G5719
Hij oordeelt
G2532
en
G4170 G5719
voert krijg
G1722
in
G1343
gerechtigheid.
12
G1161
En
G846
Zijn
G3788
ogen
G5613
waren als
G5395
een vlam
G4442
vuurs
G2532
, en
G1909
op
G846
Zijn
G2776
hoofd
G4183
waren vele
G1238
koninklijke hoeden
G2192 G5723
; en Hij had
G3686
een naam
G1125 G5772
geschreven
G3739
, die
G3762
niemand
G1492 G5758
wist
G1508
, dan
G846
Hij Zelf.
13
G2532
En
G4016 G5772
Hij was bekleed
G2440
met een kleed
G129
, dat met bloed
G911 G5772
geverfd was
G2532
; en
G846
Zijn
G3686
naam
G2564 G5743
wordt genoemd
G3056
het Woord
G2316
Gods.
14
G2532
En
G4753 G3588
de heirlegers
G1722
in
G3772
den hemel
G190 G5707
volgden
G846
Hem
G1909
op
G3022
witte
G2462
paarden
G1746 G5765
, gekleed
G3022
met wit
G2532
en
G2513
rein
G1039
fijn lijnwaad.
15
G2532
En
G1537
uit
G846
Zijn
G4750
mond
G1607 G5736
ging
G3691
een scherp
G4501
zwaard
G2443
, opdat
G1722 G846
Hij daarmede
G1484
de heidenen
G3960 G5661
slaan zou
G2532
. En
G846
Hij zal hen
G4165 G5692
hoeden
G1722
met
G4603
een ijzeren
G4464
roede
G2532
; en
G3961 G5719
Hij treedt
G3025
den wijnpersbak
G3631
van den wijn
G2372
des toorns
G2532
en
G3709
der gramschap
G3841
des almachtigen
G2316
Gods.
16
G2532
En
G2192 G5719
Hij heeft
G1909
op
G2440
[Zijn] kleed
G2532
en
G1909
op
G846
Zijn
G3382
dij
G3686
dezen Naam
G1125 G5772
geschreven
G935
: Koning
G935
der koningen
G2532
, en
G2962
Heere
G2962
der heren.
17
G2532
En
G1492 G5627
ik zag
G1520
een
G32
engel
G2476 G5761
, staande
G1722
in
G2246
de zon
G2532
; en
G2896 G5656
hij riep
G3173
met een grote
G5456
stem
G3004 G5723
, zeggende
G3956
tot al
G3732
de vogelen
G1722
, die in
G3321
het midden des hemels
G4072 G5740
vlogen
G1205 G5773
: Komt herwaarts
G2532
, en
G4863 G5744
vergadert u
G1519
tot
G1173
het avondmaal
G3173
des groten
G2316
Gods;
18
G2443
Opdat
G5315 G5632
gij eet
G4561
het vlees
G935
der koningen
G2532
, en
G4561
het vlees
G5506
der oversten over duizend
G2532
, en
G4561
het vlees
G2478
der sterken
G2532
, en
G4561
het vlees
G2462
der paarden
G2532
en
G1909 G846
dergenen, die daarop
G2521 G5740
zitten
G2532
; en
G4561
het vlees
G3956
van alle
G1658
vrijen
G2532
en
G1401
dienstknechten
G2532
, en
G3398
kleinen
G2532
en
G3173
groten.
19
G2532
En
G1492 G5627
ik zag
G2342
het beest
G2532
, en
G935
de koningen
G1093
der aarde
G2532
, en
G846
hun
G4753
heirlegers
G4863 G5772
vergaderd
G4171
, om krijg
G4160 G5658
te voeren
G3326
tegen
G1909
Hem, Die op
G2462
het paard
G2521 G5740
zat
G2532
, en
G3326
tegen
G846
Zijn
G4753
heirlegers.
20
G2532
En
G2342
het beest
G4084 G5681
werd gegrepen
G2532
, en
G3326
met
G5127
hetzelve
G5578
de valse profeet
G4592
, die de tekenen
G1799
in de tegenwoordigheid
G846
van hetzelve
G4160 G5660
gedaan had
G1722
, door
G3739
welke
G4105 G5656
hij verleid had
G5480
, die het merkteken
G2342
van het beest
G2983 G5631
ontvangen hadden
G2532
, en
G846
die deszelfs
G1504
beeld
G4352 G5723
aanbaden
G1417
. Deze twee
G2198 G5723
zijn levend
G906 G5681
geworpen
G1519
in
G3041
den poel
G4442
des vuurs
G1722
, die met
G2303
sulfer
G2545 G5746
brandt.