Revelation 19:11-20

DSV_Strongs(i)
  11 G2532 En G1492 G5627 ik zag G3772 den hemel G455 G5772 geopend G2532 ; en G2400 G5628 ziet G3022 , een wit G2462 paard G2532 , en G1909 Die op G846 hetzelve G2521 G5740 zat G2564 G5746 , was genaamd G4103 Getrouw G2532 en G228 Waarachtig G2532 , en G2919 G5719 Hij oordeelt G2532 en G4170 G5719 voert krijg G1722 in G1343 gerechtigheid.
  12 G1161 En G846 Zijn G3788 ogen G5613 waren als G5395 een vlam G4442 vuurs G2532 , en G1909 op G846 Zijn G2776 hoofd G4183 waren vele G1238 koninklijke hoeden G2192 G5723 ; en Hij had G3686 een naam G1125 G5772 geschreven G3739 , die G3762 niemand G1492 G5758 wist G1508 , dan G846 Hij Zelf.
  13 G2532 En G4016 G5772 Hij was bekleed G2440 met een kleed G129 , dat met bloed G911 G5772 geverfd was G2532 ; en G846 Zijn G3686 naam G2564 G5743 wordt genoemd G3056 het Woord G2316 Gods.
  14 G2532 En G4753 G3588 de heirlegers G1722 in G3772 den hemel G190 G5707 volgden G846 Hem G1909 op G3022 witte G2462 paarden G1746 G5765 , gekleed G3022 met wit G2532 en G2513 rein G1039 fijn lijnwaad.
  15 G2532 En G1537 uit G846 Zijn G4750 mond G1607 G5736 ging G3691 een scherp G4501 zwaard G2443 , opdat G1722 G846 Hij daarmede G1484 de heidenen G3960 G5661 slaan zou G2532 . En G846 Hij zal hen G4165 G5692 hoeden G1722 met G4603 een ijzeren G4464 roede G2532 ; en G3961 G5719 Hij treedt G3025 den wijnpersbak G3631 van den wijn G2372 des toorns G2532 en G3709 der gramschap G3841 des almachtigen G2316 Gods.
  16 G2532 En G2192 G5719 Hij heeft G1909 op G2440 [Zijn] kleed G2532 en G1909 op G846 Zijn G3382 dij G3686 dezen Naam G1125 G5772 geschreven G935 : Koning G935 der koningen G2532 , en G2962 Heere G2962 der heren.
  17 G2532 En G1492 G5627 ik zag G1520 een G32 engel G2476 G5761 , staande G1722 in G2246 de zon G2532 ; en G2896 G5656 hij riep G3173 met een grote G5456 stem G3004 G5723 , zeggende G3956 tot al G3732 de vogelen G1722 , die in G3321 het midden des hemels G4072 G5740 vlogen G1205 G5773 : Komt herwaarts G2532 , en G4863 G5744 vergadert u G1519 tot G1173 het avondmaal G3173 des groten G2316 Gods;
  18 G2443 Opdat G5315 G5632 gij eet G4561 het vlees G935 der koningen G2532 , en G4561 het vlees G5506 der oversten over duizend G2532 , en G4561 het vlees G2478 der sterken G2532 , en G4561 het vlees G2462 der paarden G2532 en G1909 G846 dergenen, die daarop G2521 G5740 zitten G2532 ; en G4561 het vlees G3956 van alle G1658 vrijen G2532 en G1401 dienstknechten G2532 , en G3398 kleinen G2532 en G3173 groten.
  19 G2532 En G1492 G5627 ik zag G2342 het beest G2532 , en G935 de koningen G1093 der aarde G2532 , en G846 hun G4753 heirlegers G4863 G5772 vergaderd G4171 , om krijg G4160 G5658 te voeren G3326 tegen G1909 Hem, Die op G2462 het paard G2521 G5740 zat G2532 , en G3326 tegen G846 Zijn G4753 heirlegers.
  20 G2532 En G2342 het beest G4084 G5681 werd gegrepen G2532 , en G3326 met G5127 hetzelve G5578 de valse profeet G4592 , die de tekenen G1799 in de tegenwoordigheid G846 van hetzelve G4160 G5660 gedaan had G1722 , door G3739 welke G4105 G5656 hij verleid had G5480 , die het merkteken G2342 van het beest G2983 G5631 ontvangen hadden G2532 , en G846 die deszelfs G1504 beeld G4352 G5723 aanbaden G1417 . Deze twee G2198 G5723 zijn levend G906 G5681 geworpen G1519 in G3041 den poel G4442 des vuurs G1722 , die met G2303 sulfer G2545 G5746 brandt.