Psalms 89:41-46

DSV_Strongs(i)
  41 H1870 [089:42] Allen, die den weg H5674 H8802 voorbijgingen H8155 H8804 , hebben hem beroofd H7934 ; zijn naburen H2781 is hij tot een smaad geweest.
  42 H3225 [089:43] Gij hebt de rechterhand H6862 zijner wederpartijders H7311 H8689 verhoogd H341 H8802 ; Gij hebt al zijn vijanden H8055 H8689 verblijd.
  43 H6697 [089:44] Gij hebt ook de scherpte H2719 zijns zwaards H7725 H8686 omgekeerd H6965 H8689 , en hebt hem niet staande gehouden H4421 in den strijd.
  44 H2892 [089:45] Gij hebt zijn schoonheid H7673 H8689 doen ophouden H3678 ; en Gij hebt zijn troon H776 ter aarde H4048 H8765 nedergestoten.
  45 H3117 [089:46] Gij hebt de dagen H5934 zijner jeugd H7114 H8689 verkort H955 ; Gij hebt hem met schaamte H5844 H8689 overdekt H5542 . Sela.
  46 H3068 [089:47] Hoe lang, o HEERE H5331 ! zult Gij U steeds H5641 H8735 verbergen H2534 , zal Uw grimmigheid H1197 H8799 branden H784 als een vuur?