DSV_Strongs(i)
1
H4387
Een gouden kleinood
H1732
van David
H3925 H8763
tot lering
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H7802
, op Schusan E'duth
H5327 H8687
; [060:2] Als hij gevochten had
H5104
met de Syriers
H763
van Mesopotamie
H760
, en met de Syriers van Zoba
H3097
; en Joab
H7725 H8799
wederkwam
H123
, en de Edomieten
H5221 H8686
sloeg
H1516 H4417
in het Zoutdal
H8147 H6240
, twaalf
H505
duizend
H430
. [060:3] O God
H2186 H8804
! Gij hadt ons verstoten
H6555 H8804
, Gij hadt ons gescheurd
H599 H8804
, Gij zijt toornig geweest
H7725 H8787
; keer weder tot ons.
2
H776
[060:4] Gij hebt het land
H7493 H8689
geschud
H6480 H8804
, Gij hebt het gespleten
H7495 H8798
; genees
H7667
zijn breuken
H4131 H8804
, want het wankelt.
3
H5971
[060:5] Gij hebt Uw volk
H7186
een harde zaak
H7200 H8689
doen zien
H8248 H8689
; Gij hebt ons gedrenkt
H3196 H8653
met zwijmelwijn.
4
H3373
[060:6] [Maar] [nu] hebt Gij dengenen, die U vrezen
H5251
, een banier
H5414 H8804
gegeven
H5127 H8710
, om [die] op te werpen
H6440
, vanwege
H7189
de waarheid
H5542
. Sela.
5
H3039
[060:7] Opdat Uw beminden
H2502 H8735
zouden bevrijd worden
H3467 H8685
; geef heil
H3225
[door] Uw rechterhand
H6030 H8798
, en verhoor ons.
6
H430
[060:8] God
H1696 H8765
heeft gesproken
H6944
in Zijn heiligdom
H5937 H8799
; [dies] zal ik van vreugde opspringen
H7927
; ik zal Sichem
H2505 H8762
delen
H6010
, en het dal
H5523
van Sukkoth
H4058 H8762
zal ik afmeten.
7
H1568
[060:9] Gilead
H4519
is mijn, en Manasse
H669
is mijn, en Efraim
H4581
is de sterkte
H7218
mijns hoofds
H3063
; Juda
H2710 H8781
is mijn wetgever.
8
H4124
[060:10] Moab
H5518 H7366
is mijn waspot
H123
; op Edom
H5275
zal ik mijn schoen
H7993 H8686
werpen
H7321 H8708
! juich
H6429
over mij, o gij Palestina!
9
H2986 H8686
[060:11] Wie zal mij voeren
H4692
in een vaste
H5892
stad
H5148 H8804
? Wie zal mij leiden
H123
tot in Edom?
10
H430
[060:12] Zult Gij het niet zijn, o God
H2186 H8804
! [Die] ons verstoten hadt
H3318 H8799
, en niet uittoogt
H430
, o God
H6635
! met onze heirkrachten?