DSV_Strongs(i)
31
H3724
En gij zult geen verzoening
H3947 H8799
nemen
H5315
voor de ziel
H7523 H8802
des doodslagers
H7563
, die schuldig
H4191 H8800
is te sterven
H4191 H8800
; want hij zal zekerlijk
H4191 H8714
gedood worden.
32
H3724
Ook zult gij geen verzoening
H3947 H8799
nemen
H5127 H8800
voor dien, die gevlucht is
H5892 H4733
naar zijn vrijstad
H7725 H8800
, dat hij zou wederkeren
H3427 H8800
, om te wonen
H776
in het land
H4194
, tot den dood
H3548
des [hoge] priesters.
33
H2610 H8686
Zo zult gij niet ontheiligen
H776
het land
H1818
, waarin gij zijt; want het bloed
H2610 H8686
ontheiligt
H776
het land
H776
; en voor het land
H3722 H8792
zal geen verzoening gedaan worden
H1818
over het bloed
H8210 H8795
, dat daarin vergoten is
H1818
, dan door het bloed
H8210 H8802
desgenen, die dat vergoten heeft.