DSV_Strongs(i)
1
H559 H8799
Zo zeide
H3068
de HEERE
H175
tot Aaron
H1121
: Gij, en uw zonen
H1004
, en het huis
H1
uws vaders
H5375 H8799
met u, zult dragen
H5771
de ongerechtigheid
H4720
des heiligdoms
H1121
; en gij, en uw zonen
H5375 H8799
met u, zult dragen
H5771
de ongerechtigheid
H3550
van uw priesterambt.
2
H251
En ook zult gij uw broederen
H4294
, den stam
H3878
van Levi
H7626
, den stam
H1
uws vaders
H7126 H8685
, met u doen naderen
H3867 H8735
, dat zij u bijgevoegd worden
H8334 H8762
, en u dienen
H1121
; maar gij, en uw zonen
H6440
met u, zult zijn voor
H168
de tent
H5715
der getuigenis.
3
H4931
En zij zullen uw wacht
H8104 H8804
waarnemen
H4931
, en de wacht
H168
der ganse tent
H3627
; doch tot het gereedschap
H6944
des heiligdoms
H4196
en het altaar
H7126 H8799
zullen zij niet naderen
H4191 H8799
, opdat zij niet sterven, zo zij als gijlieden.