DSV_Strongs(i)
37
H559 H8798
Zeg
H499
tot Eleazar
H1121
, den zoon
H175
van Aaron
H3548
, den priester
H4289
, dat hij de wierookvaten
H996
uit
H8316
den brand
H7311 H8686
opneme
H2219 H8798
; en strooi
H784
het vuur
H1973
verre weg
H6942 H8804
; want zij zijn heilig;
38
H4289
[Te] [weten] de wierookvaten
H5315
van dezen, die tegen hun zielen
H2400
gezondigd hebben
H7555
; dat men uitgerekte
H6341
platen
H6213 H8804
daarvan make
H6826
, tot een overdeksel
H4196
voor het altaar
H7126 H8689
; want zij hebben ze gebracht
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H6942 H8799
, daarom zijn zij heilig
H1121
; en zij zullen den kinderen
H3478
Israels
H226
tot een teken zijn.
39
H499
En Eleazar
H3548
, de priester
H3947 H8799
, nam
H5178
de koperen
H4289
wierookvaten
H8313 H8803
, die de verbranden
H7126 H8689
gebracht hadden
H7554 H8762
, en zij rekten
H6826
ze uit tot een overtreksel
H4196
voor het altaar;
40
H2146
Ter nagedachtenis
H1121
voor de kinderen
H3478
Israels
H4616
, opdat
H376
niemand
H2114 H8801
vreemds
H834
, die
H2233
niet uit het zaad
H175
van Aaron
H7126 H8799
is, nadere
H7004
om reukwerk
H6999 H8687
aan te steken
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H7141
; opdat hij niet worde als Korach
H5712
, en zijn vergadering
H3068
, gelijk als hem de HEERE
H3027
door den dienst
H4872
van Mozes
H1696 H8765
gesproken had.