DSV_Strongs(i)
30
H5315
Maar de ziel
H6213 H8799
, die iets gedaan zal hebben
H7311 H8802
met opgeheven
H3027
hand
H249
, hetzij van inboorlingen
H4480
of van
H1616
vreemdelingen
H1442 H8764
, die smaadt
H3068
den HEERE
H5315
; en diezelve ziel
H3772 H8738
zal uitgeroeid worden
H7130
uit het midden
H5971
van haar volk;
31
H1697
Want zij heeft het woord
H3068
des HEEREN
H959 H8804
veracht
H4687
en Zijn gebod
H6565 H8689
vernietigd
H5315
; diezelve ziel
H3772 H8736
zal ganselijk
H3772 H8735
uitgeroeid worden
H5771
; haar ongerechtigheid is op haar.
32
H1121
Als nu de kinderen
H3478
Israels
H4057
in de woestijn
H4672 H8799
waren, zo vonden zij
H376
een man
H6086
, hout
H7197 H8781
lezende
H7676 H3117
op den sabbatdag.
33
H4672 H8802
En die hem vonden
H6086
, hout
H7197 H8781
lezende
H7126 H8686
, brachten
H4872
hem tot Mozes
H175
, en tot Aaron
H5712
, en tot de ganse vergadering.
34
H3240 H8686
En zij stelden
H4929
hem in bewaring
H6567 H8795
; want het was niet verklaard
H6213 H8735
, wat hem gedaan zou worden.