Nehemiah 5:1-6

DSV_Strongs(i)
  1 H6818 Maar het geroep H5971 des volks H802 en hunner vrouwen H1961 H8799 was H1419 groot H413 , tegen H251 hun broederen H3064 , de Joden.
  2 H3426 Want er waren H834 , die H559 H8802 zeiden H1121 : Onze zonen H1323 , en onze dochteren H587 , wij H7227 zijn velen H1715 ; daarom hebben wij koren H3947 H8799 opgenomen H398 H8799 , opdat wij eten H2421 H8799 en leven.
  3 H3426 Ook waren er H834 , die H559 H8802 zeiden H6148 H8802 : Wij verpanden H7704 onze akkers H3754 , en onze wijngaarden H1004 , en onze huizen H587 , opdat wij H7458 in dezen honger H1715 koren H3947 H8799 mogen opnemen.
  4 H3426 Desgelijks waren er H834 , die H559 H8802 zeiden H3701 : Wij hebben geld H3867 H8804 ontleend H4428 tot des konings H4060 cijns H7704 , [op] onze akkers H3754 en onze wijngaarden.
  5 H6258 Nu H1320 is toch ons vlees H1320 als het vlees H251 onzer broederen H1121 , onze kinderen H1121 zijn als hun kinderen H2009 ; en ziet H3533 H8802 , wij onderwerpen H1121 onze zonen H1323 en onze dochteren H5650 tot dienstknechten H3426 ; ja, er zijn H4480 enige van H1323 onze dochteren H3533 H8737 onderworpen H410 , dat zij in de macht H3027 onzer handen H369 niet zijn H312 ; en anderen H7704 hebben onze akkers H3754 en onze wijngaarden.
  6 H834 Toen H2201 ik nu hun geroep H428 en deze H1697 woorden H8085 H8804 hoorde H2734 H8799 , ontstak ik H3966 zeer.