Nehemiah 5

DSV_Strongs(i)
  1 H6818 Maar het geroep H5971 des volks H802 en hunner vrouwen H1961 H8799 was H1419 groot H413 , tegen H251 hun broederen H3064 , de Joden.
  2 H3426 Want er waren H834 , die H559 H8802 zeiden H1121 : Onze zonen H1323 , en onze dochteren H587 , wij H7227 zijn velen H1715 ; daarom hebben wij koren H3947 H8799 opgenomen H398 H8799 , opdat wij eten H2421 H8799 en leven.
  3 H3426 Ook waren er H834 , die H559 H8802 zeiden H6148 H8802 : Wij verpanden H7704 onze akkers H3754 , en onze wijngaarden H1004 , en onze huizen H587 , opdat wij H7458 in dezen honger H1715 koren H3947 H8799 mogen opnemen.
  4 H3426 Desgelijks waren er H834 , die H559 H8802 zeiden H3701 : Wij hebben geld H3867 H8804 ontleend H4428 tot des konings H4060 cijns H7704 , [op] onze akkers H3754 en onze wijngaarden.
  5 H6258 Nu H1320 is toch ons vlees H1320 als het vlees H251 onzer broederen H1121 , onze kinderen H1121 zijn als hun kinderen H2009 ; en ziet H3533 H8802 , wij onderwerpen H1121 onze zonen H1323 en onze dochteren H5650 tot dienstknechten H3426 ; ja, er zijn H4480 enige van H1323 onze dochteren H3533 H8737 onderworpen H410 , dat zij in de macht H3027 onzer handen H369 niet zijn H312 ; en anderen H7704 hebben onze akkers H3754 en onze wijngaarden.
  6 H834 Toen H2201 ik nu hun geroep H428 en deze H1697 woorden H8085 H8804 hoorde H2734 H8799 , ontstak ik H3966 zeer.
  7 H3820 En mijn hart H4427 H8735 beraadslaagde H5921 in H7378 H8799 mij; daarna twistte ik H2715 met de edelen H5461 , en met de overheden H559 H8799 , en zeide H859 tot hen: Gijlieden H5378 H8801 H8678 H5383 H8802 H8675 H5375 H8802 vordert H4855 een last H376 , een iegelijk H251 van zijn broeder H5414 H8799 . Voorts belegde ik H1419 een grote H6952 vergadering H5921 tegen hen.
  8 H559 H8799 En ik zeide H587 tot hen: Wij H251 hebben onze broederen H3064 , de Joden H1471 , die aan de heidenen H4376 H8737 verkocht waren H1767 , naar ons vermogen H7069 H8804 wedergekocht H859 ; en zoudt gijlieden H1571 ook H251 uw broederen H4376 H8799 verkopen H4376 H8738 , of zouden zij aan ons verkocht worden H2790 H8686 ? Toen zwegen zij H4672 H8804 , en vonden H3808 geen H1697 antwoord.
  9 H559 H8799 Voorts zeide ik H1697 : De zaak H3808 is niet H2896 goed H834 , die H859 gijlieden H6213 H8802 doet H3808 ; zoudt gij niet H3212 H8799 wandelen H3374 in de vreze H430 onzes Gods H4480 , om H2781 de versmading H1471 der heidenen H341 H8802 , onze vijanden?
  10 H589 Ik H251 , mijn broederen H5288 , en mijn jongens H5383 H8802 , vorderen wij H1571 ook H3701 geld H1715 en koren H4994 van hen? Laat ons toch H2088 dezen H4855 last H5800 H8799 nalaten.
  11 H7725 H0 Geeft H4994 hun toch H3117 als heden H7725 H8685 weder H7704 hun akkers H3754 , hun wijngaarden H2132 , hun olijfgaarden H1004 en hun huizen H3967 ; en het honderdste H3701 [deel] van het geld H1715 , en van het koren H8492 , den most H3323 en de olie H834 , die H589 gij H5383 H8802 hun hebt afgevorderd.
  12 H559 H8799 Toen zeiden zij H7725 H8686 : Wij zullen het wedergeven H4480 , en van H1992 hen H3808 niets H1245 H8762 zoeken H3651 ; wij zullen alzo H6213 H8799 doen H834 , als H859 gij H559 H8802 zegt H7121 H8799 . En ik riep H3548 de priesteren H7650 H8686 , en deed hen zweren H6213 H8800 , dat zij doen zouden H2088 naar dit H1697 woord.
  13 H1571 Ook H5287 H0 schudde ik H2684 mijn boezem H5287 H8804 uit H559 H8799 , en zeide H3602 : Alzo H5287 H0 schudde H430 God H5287 H8762 uit H3605 allen H376 man H834 , die H2088 dit H1697 woord H3808 niet H6965 H8686 zal bevestigen H4480 , uit H1004 zijn huis H4480 en uit H3018 zijn arbeid H1961 H8799 , en hij zij H3602 alzo H5287 H8803 uitgeschud H7386 en ledig H3605 . En de ganse H6951 gemeente H559 H8799 zeide H543 : Amen H1984 H8762 ! En zij prezen H3068 de HEERE H5971 . En het volk H6213 H8799 deed H2088 naar dit H1697 woord.
  14 H1571 Ook H4480 van H3117 dien dag H834 af, dat H853 hij mij H6680 H8765 bevolen heeft H6346 hun landvoogd H1961 H8800 te zijn H776 in het land H3063 Juda H4480 , van H6242 het twintigste H8141 jaar H5704 af, tot H8147 het twee H7970 en dertigste H8141 jaar H4428 van den koning H783 Arthahsasta H8147 H6240 , zijnde twaalf H8141 jaren H589 , heb ik H251 , met mijn broederen H3899 , het brood H6346 des landvoogds H3808 niet H398 H8804 gegeten.
  15 H7223 En de vorige H6346 landvoogden H834 , die H6440 voor H5971 mij geweest zijn, hebben het volk H3513 H8689 H5921 bezwaard H4480 , en van H1992 hen H3947 H8799 genomen H3899 aan brood H3196 en wijn H310 , daarna H705 veertig H3701 zilveren H8255 sikkelen H1571 ; ook H7980 H8804 heersten H5288 hun jongens H5921 over H5971 het volk H589 ; maar ik H3651 heb alzo H3808 niet H6213 H8804 gedaan H4480 H6440 , om H3374 der vreze H430 Gods wil.
  16 H1571 Daartoe heb ik ook H4399 aan het werk H2063 dezes H2346 muurs H2388 H8689 verbeterd H3808 , en wij hebben geen H7704 land H7069 H8804 gekocht H3605 ; en al H5288 mijn jongens H8033 zijn aldaar H6908 H8803 verzameld geweest H5921 tot H4399 het werk.
  17 H3064 Ook zijn van de Joden H5461 en van de overheden H3967 honderd H2572 en vijftig H376 man H4480 , en die van H1471 de heidenen H834 , die H5439 rondom H413 ons zijn, tot H935 H8802 ons kwamen H5921 , aan H7979 mijn tafel geweest.
  18 H834 En wat voor H3117 een dag H1961 H8804 H6213 H8737 bereid werd H259 , was een H7794 os H8337 [en] zes H1305 H8803 uitgelezen H6629 schapen H6833 ; ook werden mij vogelen H6213 H8738 bereid H996 , en binnen H6235 tien H3117 dagen H3605 van allen H3196 wijn H7235 H8687 zeer veel H5973 ; nog heb ik bij H2088 dezen H3899 het brood H6346 des landvoogds H3808 niet H1245 H8765 gezocht H3588 , omdat H5656 de dienstbaarheid H3513 H8804 zwaar was H5921 over H2088 dit H5971 volk.
  19 H2142 H8798 Gedenk H430 mijner, mijn God H2896 , ten goede H3605 , alles H834 , wat H5921 ik aan H2088 dit H5971 volk H6213 H8804 gedaan heb.