Micah 7:3-5

DSV_Strongs(i)
  3 H5921 Om H3709 [met] beide handen H3190 H0 wel dapper H7451 kwaad H3190 H8687 te doen H7592 H8802 , zo eist H8269 de vorst H8199 H8802 , en de rechter H7966 [oordeelt] om vergelding H1419 ; en de grote H1696 H8802 spreekt H1942 de verderving H5315 H1931 zijner ziel H5686 H8762 , en zij draaien ze dicht ineen.
  4 H2896 De beste H2312 van hen is als een doorn H3477 ; de oprechtste H4480 is [scherper] dan H4534 een doornheg H3117 ; de dag H6822 H8764 uwer wachters H6486 , uw bezoeking H935 H8804 , is gekomen H6258 ; nu H3998 zal hunlieder verwarring H1961 H8799 wezen.
  5 H539 H8686 Gelooft H7453 een vriend H408 niet H982 H8799 , vertrouwt H408 niet H441 op een voornaamsten vriend H8104 H8798 ; bewaar H6607 de deuren H6310 uws monds H2436 voor haar, die in uw schoot H7901 H8802 ligt.