DSV_Strongs(i)
18
G3956
Een iegelijk
G1909
, die op
G1565
dien
G3037
steen
G4098 G5631
valt
G4917 G5701
, zal verpletterd worden
G1161
, en
G1909
op
G3739 G302
wien
G4098 G5632
hij valt
G846
, dien
G3039 G5692
zal hij vermorzelen.
19
G2532
En
G749
de overpriesteren
G2532
en
G1122
de Schriftgeleerden
G2212 G5656
zochten
G1722
te
G846
dierzelver
G5610
ure
G5495
de handen
G1909
aan
G846
Hem
G1911 G5629
te slaan
G2532
; maar
G5399 G5675
zij vreesden
G2992
het volk
G1063
; want
G1097 G5627
zij verstonden
G3754
, dat
G5026
Hij deze
G3850
gelijkenis
G4314
tegen
G846
hen
G2036 G5627
gesproken had.