DSV_Strongs(i)
11
H3068
Maar de HEERE
H559 H8799
zeide
H413
tot
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H853
: Heb Ik u
H3808
niet
H4480
van
H4714
de Egyptenaren
H4480
, en van
H567
de Amorieten
H4480
, en van
H1121
de kinderen
H5983
Ammons
H4480
, en van
H6430
de Filistijnen,
12
H6722
En de Sidoniers
H6002
, en Amalekieten
H4584
, en Maonieten
H853
, [die] u
H3905 H8804
onderdrukten
H413
, toen gij tot
H6817 H8799
Mij riept
H4480
, alsdan uit
H3027
hun hand
H3467 H8686
verlost?
13
H859
Nochtans hebt gij
H853
Mij
H5800 H8804
verlaten
H312
, en andere
H430
goden
H5647 H8799
gediend
H3651
; daarom
H3808
zal Ik u niet
H3254 H8686
meer
H3467 H8687
verlossen.
14
H3212 H8798
Gaat henen
H2199 H8798
, roept
H413
tot
H430
de goden
H834
, die
H977 H8804
gij verkoren hebt
H1992
; laten die
H3467 H8686
u verlossen
H6256
, ter tijd
H6869
uwer benauwdheid.