Judges 10:11-16

DSV_Strongs(i)
  11 H3068 Maar de HEERE H559 H8799 zeide H413 tot H1121 de kinderen H3478 Israels H853 : Heb Ik u H3808 niet H4480 van H4714 de Egyptenaren H4480 , en van H567 de Amorieten H4480 , en van H1121 de kinderen H5983 Ammons H4480 , en van H6430 de Filistijnen,
  12 H6722 En de Sidoniers H6002 , en Amalekieten H4584 , en Maonieten H853 , [die] u H3905 H8804 onderdrukten H413 , toen gij tot H6817 H8799 Mij riept H4480 , alsdan uit H3027 hun hand H3467 H8686 verlost?
  13 H859 Nochtans hebt gij H853 Mij H5800 H8804 verlaten H312 , en andere H430 goden H5647 H8799 gediend H3651 ; daarom H3808 zal Ik u niet H3254 H8686 meer H3467 H8687 verlossen.
  14 H3212 H8798 Gaat henen H2199 H8798 , roept H413 tot H430 de goden H834 , die H977 H8804 gij verkoren hebt H1992 ; laten die H3467 H8686 u verlossen H6256 , ter tijd H6869 uwer benauwdheid.
  15 H1121 Maar de kinderen H3478 Israels H559 H8799 zeiden H413 tot H3068 den HEERE H2398 H8804 : Wij hebben gezondigd H6213 H8798 ; doe H859 Gij H3605 ons, naar alles H2896 , wat goed H5869 is in Uw ogen H389 ; alleenlijk H5337 H8685 verlos H4994 ons toch H2088 te dezen H3117 dage!
  16 H5493 H0 En zij deden H5236 de vreemde H430 goden H4480 uit H7130 hun midden H5493 H8686 weg H5647 H8799 , en dienden H3068 den HEERE H5315 . Toen werd Zijn ziel H7114 H8799 verdrietig H5999 over den arbeid H3478 van Israel.