Jeremiah 48:32-34 Boven het geween van Jaezer zal Ik u bewenen , gij wijnstok van Sibma ! uw wijnranken zijn over zee gegaan , zij hebben gereikt tot aan Jaezers zee ; maar de verstoorder is gevallen op uw zomervruchten en op uw wijnoogst;

DSV_Strongs⁽ⁱ⁾

32 H1065 Boven het geween H3270 van Jaezer H1058 H8799 zal Ik u bewenen H1612 , gij wijnstok H7643 van Sibma H5189 ! uw wijnranken H3220 zijn over zee H5674 H8804 gegaan H5060 H8804 , zij hebben gereikt H3270 tot aan Jaezers H3220 zee H7703 H8802 ; [maar] de verstoorder H5307 H8804 is gevallen H7019 op uw zomervruchten H1210 en op uw wijnoogst;

33 H8057 Zodat de blijdschap H1524 en verheuging H3759 uit het vruchtbare veld H4124 , namelijk uit Moabs H776 land H622 H8738 , weggenomen is H3196 ; want Ik heb den wijn H7673 H8689 doen ophouden H3342 uit de kuipen H1869 H8799 ; men zal geen [druiven] treden H1959 met vreugdegeschrei H1959 ; het vreugdegeschrei H1959 zal geen vreugdegeschrei zijn.

34 H2809 Vanwege Hesbons H2201 gekrijt H500 tot Eleale H3096 toe, tot Jahaz H6963 toe, hebben zij hun stem H5414 H8804 verheven H6820 , van Zoar H2773 tot aan Horonaim H7992 , die driejarige H5697 vaarze H4325 ; want ook de wateren H5249 van Nimrim H4923 zullen tot verwoestingen worden.