DSV_Strongs(i)
7
H5663
Als nu Ebed-melech
H3569
, de Moorman
H376
, een
H5631
der kamerlingen
H4428
, die toen in des konings
H1004
huis
H8085 H8799
was, hoorde
H3414
, dat zij Jeremia
H953
in den kuil
H5414 H8804
gedaan hadden
H4428
(de koning
H3427 H8802
nu zat
H8179
in de poort
H1144
van Benjamin);
8
H3318 H8799
Zo ging
H5663
Ebed-melech
H1004
uit het huis
H4428
des konings
H1696 H8762
uit, en hij sprak
H4428
tot den koning
H559 H8800
, zeggende:
9
H113
Mijn heer
H4428
koning
H582
! deze mannen
H7489 H8689
hebben kwalijk gehandeld
H6213 H8804
in alles, wat zij gedaan hebben
H5030
aan den profeet
H3414
Jeremia
H953
, dien zij in den kuil
H7993 H8689
geworpen hebben
H8478
; daar hij toch in zijn plaats
H4191 H8799
zou gestorven zijn
H6440
vanwege
H7458
den honger
H3899
, dewijl geen brood
H5892
meer in de stad is.