DSV_Strongs(i)
22
H5066 H8686
Laat hen voortbrengen
H5046 H8686
en ons verkondigen
H7136 H8799
de dingen, die gebeuren zullen
H5046 H8685
; verkondigt
H7223
de vorige dingen
H3820
, welke die geweest zijn, opdat wij het ter harte
H7760 H8799
nemen
H319
, en het einde
H3045 H8799
daarvan weten
H935 H8802
; of doet ons de toekomende dingen
H8085 H8685
horen.
23
H5046 H8685
Verkondigt
H268
dingen, die hierna
H857 H8802
komen zullen
H3045 H8799
, opdat wij weten
H430
, dat gij goden
H3190 H8686
zijt; ja, doet goed
H7489 H8686
, en doet kwaad
H8159 H8691
, dat wij verbaasd staan
H3162
, en te zamen
H7200 H8799
toezien.
24
H369
Ziet, gijlieden zijt minder dan niet
H6467
, en ulieder werk
H659
is erger dan een adder
H8441
; hij is een gruwel
H977 H8799
, die ulieden verkiest.
25
H5782 H8689
Ik verwek
H6828
[een] van het noorden
H857 H8799
, en hij zal opkomen
H4217
van den opgang
H8121
der zon
H8034
; hij zal Mijn Naam
H7121 H8799
aanroepen
H935 H8799
; en hij zal komen
H5461
[over] de overheden
H2563
als [over] leem
H3335 H8802
, en gelijk een pottenbakker
H2916
het slijk
H7429 H8799
treedt.
26
H5046 H8689
Wie heeft [wat] verkondigd
H7218
van den beginne
H3045 H8799
aan, dat wij het weten mogen
H6440
, of van te voren
H559 H8799
, dat wij zeggen mogen
H6662
: Hij is rechtvaardig
H5046 H8688
; maar er is niemand, die het verkondigt
H8085 H8688
, ook niemand, die [wat] horen doet
H561
, ook niemand, die ulieder woorden
H8085 H8802
hoort.