Hebrews 11:32-38

  32 G2532 En G5101 wat G2089 zal ik nog G3004 G5725 [meer] zeggen G1063 ? Want G5550 de tijd G3165 zal mij G1952 G5692 ontbreken G1334 G5740 , zou ik verhalen G4012 van G1066 Gideon G5037 , en G913 Barak G2532 , en G4546 Samson G2532 , en G2422 Jeftha G2532 , en G1138 David G5037 , en G4545 Samuel G2532 , en G4396 de profeten;

  33 G3739 Welken G1223 door G4102 het geloof G932 koninkrijken G2610 G5662 hebben overwonnen G1343 , gerechtigheid G2038 G5662 geoefend G1860 , de beloftenissen G2013 G5627 verkregen G4750 , de muilen G3023 der leeuwen G5420 G5656 toegestopt;

  34 G1411 De kracht G4442 des vuurs G4570 G5656 hebben uitgeblust G4750 , de scherpte G3162 des zwaards G5343 G5627 zijn ontvloden G575 , uit G769 zwakheid G1743 G5681 krachten hebben gekregen G1722 , in G4171 den krijg G2478 sterk G1096 G5675 geworden zijn G3925 , heirlegers G245 der vreemden G2827 G5656 op de vlucht hebben gebracht;

  35 G1135 De vrouwen G846 hebben hare G3498 doden G1537 uit G386 de opstanding G2983 G5627 [weder] gekregen G1161 ; en G243 anderen G5178 G5681 zijn uitgerekt geworden G629 , de [aangeboden] verlossing G3756 niet G4327 G5666 aannemende G2443 , opdat G2909 zij een betere G386 opstanding G5177 G5632 verkrijgen zouden.

  36 G1161 En G2087 anderen G1701 hebben bespottingen G2532 en G3148 geselen G3984 G2983 G5627 geproefd G1161 , en G2089 ook G1199 banden G2532 en G5438 gevangenis;

  37 G3034 G5681 Zijn gestenigd geworden G4249 G5681 , in stukken gezaagd G3985 G5681 , verzocht G1722 , door G5408 G3162 het zwaard G599 G5627 ter dood gebracht G4022 G5627 ; hebben gewandeld G1722 in G3374 schaapsvellen G1722 [en] in G122 G1192 geitenvellen G5302 G5746 ; verlaten G2346 G5746 , verdrukt G2558 G5746 , kwalijk gehandeld zijnde;

  38 G3739 (Welker G2889 de wereld G3756 niet G514 waardig G2258 G5713 was G1722 ) hebben in G2047 woestijnen G4105 G5746 gedoold G2532 , en G3735 [op] bergen G2532 , en G4693 [in] spelonken G2532 , en G3692 [in] holen G1093 der aarde.