Genesis 32:3-8 En Jakob zond boden uit voor zijn aangezicht tot Ezau , zijn broeder , naar het land Seir , de landstreek van Edom.

DSV_Strongs⁽ⁱ⁾

3 H3290 En Jakob H7971 H8799 zond H4397 boden H6440 uit voor zijn aangezicht H413 tot H6215 Ezau H251 , zijn broeder H776 , naar het land H8165 Seir H7704 , de landstreek H123 van Edom.

4 H6680 H8762 En hij gebood H853 hun H559 H8800 , zeggende H3541 : Zo H559 H8799 zult gij zeggen H113 tot mijn heer H6215 , tot Ezau H3541 : Zo H559 H8804 zegt H3290 Jakob H5650 , uw knecht H1481 H8804 : Ik heb als vreemdeling gewoond H5973 bij H3837 Laban H6258 , en heb er tot nu H309 H8799 toe vertoefd;

5 H1961 H8799 En ik heb H7794 ossen H2543 en ezelen H6629 , schapen H5650 en knechten H8198 en maagden H7971 H8799 ; en ik heb gezonden H113 om mijn heer H5046 H8687 aan te zeggen H2580 , opdat ik genade H4672 H8800 vinde H5869 in uw ogen.

6 H4397 En de boden H7725 H8799 kwamen weder H413 tot H3290 Jakob H559 H8800 , zeggende H935 H8804 : Wij zijn gekomen H413 tot H251 uw broeder H413 , tot H6215 Ezau H1571 ; en ook H1980 H8802 trekt hij H7125 H8800 u tegemoet H3967 , en vierhonderd H376 mannen H5973 met hem.

7 H3372 H8799 Toen vreesde H3290 Jakob H3966 zeer H3334 H8799 , en hem was bange H2673 H8799 ; en hij verdeelde H5971 het volk H834 , dat H854 met H6629 hem was, en de schapen H1241 , en de runderen H1581 , en de kemels H8147 , in twee H4264 heiren;

8 H559 H8799 Want hij zeide H518 : Indien H6215 Ezau H413 op H259 het ene H4264 heir H935 H8799 komt H5221 H8689 , en slaat H1961 H8804 het, zo zal H7604 H8737 het overgeblevene H4264 heir H6413 ontkomen.