DSV_Strongs(i)
10
H1129 H8802
Als nu de bouwlieden
H3245 H0
den grond
H3068
van des HEEREN
H1964
tempel
H3245 H8765
leiden
H5975 H8686
, zo stelden zij
H3548
de priesteren
H3847 H8794
, aangekleed zijnde
H2689
, met trompetten
H3881
, en de Levieten
H623
, Asafs
H1121
zonen
H4700
, met cimbalen
H3068
, om den HEERE
H1984 H8763
te loven
H5921
, naar
H3027
de instelling
H1732
van David
H4428
, den koning
H3478
van Israel.
11
H6030 H8799
En zij zongen bij beurten
H3068
, met den HEERE
H1984 H8763
te loven
H3034 H8687
en te danken
H3588
, dat
H2896
Hij goed
H3588
is, dat
H2617
Zijn weldadigheid
H5769
tot in eeuwigheid
H5921
is over
H3478
Israel
H3605
. En al
H5971
het volk
H7321 H8689
juichte
H1419
met groot
H8643
gejuich
H3068
, als men den HEERE
H1984 H8763
loofde
H5921
over
H3245 H8717
de grondlegging
H1004
van het huis
H3068
des HEEREN.
12
H7227
Maar velen
H4480
van
H3548
de priesteren
H3881
, en de Levieten
H7218
, en hoofden
H1
der vaderen
H2205
, die oud
H834
waren, die
H7223
het eerste
H1004
huis
H7200 H8804
gezien hadden
H2088
, dit
H1004
huis
H3245 H8800
in zijn grondlegging
H5869
voor hun ogen
H1058 H8802
zijnde, weenden
H1419
met luider
H6963
stem
H7227
; maar velen
H7311 H8687
verhieven
H6963
de stem
H8643
met gejuich
H8057
[en] met vreugde.
13
H5971
Zodat het volk
H369
niet
H5234 H8688
onderkende
H6963
de stem
H8643
van het gejuich
H8057
der vreugde
H6963
, van de stem
H1065
des geweens
H5971
van het volk
H3588
; want
H5971
het volk
H7321 H8688
juichte
H1419
met groot
H8643
gejuich
H6963
, dat de stem
H5704
tot
H4480
van
H7350
verre
H8085 H8738
gehoord werd.