DSV_Strongs(i)
1
H7637
Toen nu de zevende
H2320
maand
H5060 H8799
aankwam
H1121
, en de kinderen
H3478
Israels
H5892
in de steden
H622 H8735
waren, verzamelde zich
H5971
het volk
H259
, als een enig
H376
man
H413
, te
H3389
Jeruzalem.
2
H3442
En Jesua
H1121
, de zoon
H3136
van Jozadak
H6965 H8799
, maakte zich op
H251
, en zijn broederen
H3548
, de priesters
H2216
en Zerubbabel
H1121
, de zoon
H7597
van Sealthiel
H251
, en zijn broederen
H1129 H8799
, en zij bouwden
H4196
het altaar
H430
des Gods
H3478
van Israel
H5921
, om daarop
H5930
brandofferen
H5927 H8687
te offeren
H3789 H8803
, gelijk geschreven is
H8451
in de wet
H4872
van Mozes
H376
, den man
H430
Gods.
3
H3559 H8686
En zij vestigden
H4196
het altaar
H5921
op
H4350
zijn stelling
H3588
, maar
H367
met verschrikking
H5921
, [die] over
H4480
hen was, vanwege
H5971
de volken
H776
der landen
H5927 H8686
; en zij offerden
H5921
daarop
H5930
brandofferen
H3068
den HEERE
H5930
, brandofferen
H1242
des morgens
H6153
en des avonds.
4
H6213 H8799
En zij hielden
H2282
het feest
H5521
der loofhutten
H3789 H8803
, gelijk geschreven is
H5930
; en [zij] [offerden] brandofferen
H3117
dag
H3117
bij dag
H4557
in getal
H4941
, naar het recht
H1697
, van elk
H3117
dagelijks
H3117
op zijn dag.
5
H310 H3651
Daarna
H8548
ook het gedurig
H5930
brandoffer
H2320
, en van de nieuwe maanden
H3605
, en van alle
H4150
gezette hoogtijden
H3068
des HEEREN
H6942 H8794
, die geheiligd waren
H3605
; ook van een ieder
H5071
, die een vrijwillige offerande
H3068
den HEERE
H5068 H8693
vrijwilliglijk offerde.
6
H4480
Van
H259
den eersten
H3117
dag
H7637
af der zevende
H2320
maand
H2490 H8689
begonnen zij
H3068
den HEERE
H5930
brandofferen
H5927 H8687
te offeren
H3245 H0
; doch de grond
H1964
van den tempel
H3068
des HEEREN
H3808
was niet
H3245 H8795
gelegd.
7
H5414 H8799
Zo gaven zij
H3701
geld
H2672 H8802
aan de houwers
H2796
en werkmeesters
H3978
, ook spijs
H4960
en drank
H8081
, en olie
H6722
aan de Sidoniers
H6876
en aan de Tyriers
H730 H6086
, om cederenhout
H4480
van
H3844
den Libanon
H935 H8687
te brengen
H413
aan
H3220
de zee
H3305
naar Jafo
H7558
, naar de vergunning
H3566
van Kores
H4428
, koning
H6539
van Perzie
H5921
, aan hen.
8
H8145
In het tweede
H8141
jaar
H935 H8800
nu hunner aankomst
H413
ten
H1004
huize
H430
Gods
H3389
te Jeruzalem
H8145
, in de tweede
H2320
maand
H2490 H8689
, begonnen
H2216
Zerubbabel
H1121
, de zoon
H7597
van Sealthiel
H3442
, en Jesua
H1121
, de zoon
H3136
van Jozadak
H7605
, en de overige
H251
hunner broederen
H3548
, de priesters
H3881
en de Levieten
H3605
, en allen
H4480
, die uit
H7628
de gevangenis
H3389
te Jeruzalem
H935 H8802
gekomen waren
H5975 H8686
; en zij stelden
H3881
de Levieten
H4480
, van
H6242
twintig
H8141
jaren
H1121
oud
H4605
en daarboven
H5329 H8763
, om opzicht te nemen
H5921
over
H4399
het werk
H3068
van des HEEREN
H1004
huis.
9
H5975 H8799
Toen stond
H3442
Jesua
H1121
, zijn zonen
H251
en zijn broederen
H6934
, [en] Kadmiel
H1121
met zijn zonen
H1121
, kinderen
H3063
van Juda
H259
, als een
H5329 H8763
[man], om opzicht te hebben
H5921
over
H4399
degenen, die het werk
H6213 H8802
deden
H1004
aan het huis
H430
Gods
H1121
, met de zonen
H2582
van Henadad
H1121
, hun zonen
H251
en hun broederen
H3881
, de Levieten.
10
H1129 H8802
Als nu de bouwlieden
H3245 H0
den grond
H3068
van des HEEREN
H1964
tempel
H3245 H8765
leiden
H5975 H8686
, zo stelden zij
H3548
de priesteren
H3847 H8794
, aangekleed zijnde
H2689
, met trompetten
H3881
, en de Levieten
H623
, Asafs
H1121
zonen
H4700
, met cimbalen
H3068
, om den HEERE
H1984 H8763
te loven
H5921
, naar
H3027
de instelling
H1732
van David
H4428
, den koning
H3478
van Israel.
11
H6030 H8799
En zij zongen bij beurten
H3068
, met den HEERE
H1984 H8763
te loven
H3034 H8687
en te danken
H3588
, dat
H2896
Hij goed
H3588
is, dat
H2617
Zijn weldadigheid
H5769
tot in eeuwigheid
H5921
is over
H3478
Israel
H3605
. En al
H5971
het volk
H7321 H8689
juichte
H1419
met groot
H8643
gejuich
H3068
, als men den HEERE
H1984 H8763
loofde
H5921
over
H3245 H8717
de grondlegging
H1004
van het huis
H3068
des HEEREN.
12
H7227
Maar velen
H4480
van
H3548
de priesteren
H3881
, en de Levieten
H7218
, en hoofden
H1
der vaderen
H2205
, die oud
H834
waren, die
H7223
het eerste
H1004
huis
H7200 H8804
gezien hadden
H2088
, dit
H1004
huis
H3245 H8800
in zijn grondlegging
H5869
voor hun ogen
H1058 H8802
zijnde, weenden
H1419
met luider
H6963
stem
H7227
; maar velen
H7311 H8687
verhieven
H6963
de stem
H8643
met gejuich
H8057
[en] met vreugde.
13
H5971
Zodat het volk
H369
niet
H5234 H8688
onderkende
H6963
de stem
H8643
van het gejuich
H8057
der vreugde
H6963
, van de stem
H1065
des geweens
H5971
van het volk
H3588
; want
H5971
het volk
H7321 H8688
juichte
H1419
met groot
H8643
gejuich
H6963
, dat de stem
H5704
tot
H4480
van
H7350
verre
H8085 H8738
gehoord werd.