Ezra 3

DSV_Strongs(i)
  1 H7637 Toen nu de zevende H2320 maand H5060 H8799 aankwam H1121 , en de kinderen H3478 Israels H5892 in de steden H622 H8735 waren, verzamelde zich H5971 het volk H259 , als een enig H376 man H413 , te H3389 Jeruzalem.
  2 H3442 En Jesua H1121 , de zoon H3136 van Jozadak H6965 H8799 , maakte zich op H251 , en zijn broederen H3548 , de priesters H2216 en Zerubbabel H1121 , de zoon H7597 van Sealthiel H251 , en zijn broederen H1129 H8799 , en zij bouwden H4196 het altaar H430 des Gods H3478 van Israel H5921 , om daarop H5930 brandofferen H5927 H8687 te offeren H3789 H8803 , gelijk geschreven is H8451 in de wet H4872 van Mozes H376 , den man H430 Gods.
  3 H3559 H8686 En zij vestigden H4196 het altaar H5921 op H4350 zijn stelling H3588 , maar H367 met verschrikking H5921 , [die] over H4480 hen was, vanwege H5971 de volken H776 der landen H5927 H8686 ; en zij offerden H5921 daarop H5930 brandofferen H3068 den HEERE H5930 , brandofferen H1242 des morgens H6153 en des avonds.
  4 H6213 H8799 En zij hielden H2282 het feest H5521 der loofhutten H3789 H8803 , gelijk geschreven is H5930 ; en [zij] [offerden] brandofferen H3117 dag H3117 bij dag H4557 in getal H4941 , naar het recht H1697 , van elk H3117 dagelijks H3117 op zijn dag.
  5 H310 H3651 Daarna H8548 ook het gedurig H5930 brandoffer H2320 , en van de nieuwe maanden H3605 , en van alle H4150 gezette hoogtijden H3068 des HEEREN H6942 H8794 , die geheiligd waren H3605 ; ook van een ieder H5071 , die een vrijwillige offerande H3068 den HEERE H5068 H8693 vrijwilliglijk offerde.
  6 H4480 Van H259 den eersten H3117 dag H7637 af der zevende H2320 maand H2490 H8689 begonnen zij H3068 den HEERE H5930 brandofferen H5927 H8687 te offeren H3245 H0 ; doch de grond H1964 van den tempel H3068 des HEEREN H3808 was niet H3245 H8795 gelegd.
  7 H5414 H8799 Zo gaven zij H3701 geld H2672 H8802 aan de houwers H2796 en werkmeesters H3978 , ook spijs H4960 en drank H8081 , en olie H6722 aan de Sidoniers H6876 en aan de Tyriers H730 H6086 , om cederenhout H4480 van H3844 den Libanon H935 H8687 te brengen H413 aan H3220 de zee H3305 naar Jafo H7558 , naar de vergunning H3566 van Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H5921 , aan hen.
  8 H8145 In het tweede H8141 jaar H935 H8800 nu hunner aankomst H413 ten H1004 huize H430 Gods H3389 te Jeruzalem H8145 , in de tweede H2320 maand H2490 H8689 , begonnen H2216 Zerubbabel H1121 , de zoon H7597 van Sealthiel H3442 , en Jesua H1121 , de zoon H3136 van Jozadak H7605 , en de overige H251 hunner broederen H3548 , de priesters H3881 en de Levieten H3605 , en allen H4480 , die uit H7628 de gevangenis H3389 te Jeruzalem H935 H8802 gekomen waren H5975 H8686 ; en zij stelden H3881 de Levieten H4480 , van H6242 twintig H8141 jaren H1121 oud H4605 en daarboven H5329 H8763 , om opzicht te nemen H5921 over H4399 het werk H3068 van des HEEREN H1004 huis.
  9 H5975 H8799 Toen stond H3442 Jesua H1121 , zijn zonen H251 en zijn broederen H6934 , [en] Kadmiel H1121 met zijn zonen H1121 , kinderen H3063 van Juda H259 , als een H5329 H8763 [man], om opzicht te hebben H5921 over H4399 degenen, die het werk H6213 H8802 deden H1004 aan het huis H430 Gods H1121 , met de zonen H2582 van Henadad H1121 , hun zonen H251 en hun broederen H3881 , de Levieten.
  10 H1129 H8802 Als nu de bouwlieden H3245 H0 den grond H3068 van des HEEREN H1964 tempel H3245 H8765 leiden H5975 H8686 , zo stelden zij H3548 de priesteren H3847 H8794 , aangekleed zijnde H2689 , met trompetten H3881 , en de Levieten H623 , Asafs H1121 zonen H4700 , met cimbalen H3068 , om den HEERE H1984 H8763 te loven H5921 , naar H3027 de instelling H1732 van David H4428 , den koning H3478 van Israel.
  11 H6030 H8799 En zij zongen bij beurten H3068 , met den HEERE H1984 H8763 te loven H3034 H8687 en te danken H3588 , dat H2896 Hij goed H3588 is, dat H2617 Zijn weldadigheid H5769 tot in eeuwigheid H5921 is over H3478 Israel H3605 . En al H5971 het volk H7321 H8689 juichte H1419 met groot H8643 gejuich H3068 , als men den HEERE H1984 H8763 loofde H5921 over H3245 H8717 de grondlegging H1004 van het huis H3068 des HEEREN.
  12 H7227 Maar velen H4480 van H3548 de priesteren H3881 , en de Levieten H7218 , en hoofden H1 der vaderen H2205 , die oud H834 waren, die H7223 het eerste H1004 huis H7200 H8804 gezien hadden H2088 , dit H1004 huis H3245 H8800 in zijn grondlegging H5869 voor hun ogen H1058 H8802 zijnde, weenden H1419 met luider H6963 stem H7227 ; maar velen H7311 H8687 verhieven H6963 de stem H8643 met gejuich H8057 [en] met vreugde.
  13 H5971 Zodat het volk H369 niet H5234 H8688 onderkende H6963 de stem H8643 van het gejuich H8057 der vreugde H6963 , van de stem H1065 des geweens H5971 van het volk H3588 ; want H5971 het volk H7321 H8688 juichte H1419 met groot H8643 gejuich H6963 , dat de stem H5704 tot H4480 van H7350 verre H8085 H8738 gehoord werd.