2 Chronicles 26:19-23

DSV_Strongs(i)
  19 H2196 H0 Toen werd H5818 Uzzia H2196 H8799 toornig H4730 , en het reukwerk H3027 was in zijn hand H6999 H8687 , om te roken H2196 H8800 ; als hij nu toornig werd H5973 tegen H3548 de priesteren H2224 H0 , rees H6883 de melaatsheid H2224 H8804 op H4696 aan zijn voorhoofd H6440 , voor het aangezicht H3548 der priesteren H1004 in het huis H3068 des HEEREN H4480 , van H5921 boven H7004 H4196 het reukaltaar.
  20 H6437 H8799 Alstoen zag H7218 H3548 de hoofdpriester H5838 Azaria H413 op H3605 hem, en al H3548 de priesteren H2009 en ziet H1931 , hij H6879 H8794 was melaats H4696 aan zijn voorhoofd H926 H8686 , en zij stieten H4480 hem met der haast van H8033 daar H1931 , ja hij zelf H1571 werd ook H1765 H8738 gedreven H3318 H8800 uit te gaan H3588 , omdat H3068 de HEERE H5060 H8765 hem geplaagd had.
  21 H1961 H8799 Alzo was H4428 de koning H5818 Uzzia H6879 H8794 melaats H5704 tot aan H3117 den dag H4194 zijns doods H6879 H8794 ; en melaats zijnde H3427 H8799 , woonde hij H2669 H8675 H2669 in een afgezonderd H1004 huis H3588 , want H4480 hij was van H1004 het huis H3068 des HEEREN H1504 H8738 afgesneden H3147 ; Jotham H1121 nu, zijn zoon H5921 , was over H1004 het huis H4428 des konings H8199 H8802 , richtende H5971 het volk H776 des lands.
  22 H3499 Het overige H1697 nu der geschiedenissen H5818 van Uzzia H7223 , de eerste H314 en de laatste H5030 , heeft de profeet H3470 Jesaja H1121 , de zoon H531 van Amos H3789 H8804 , beschreven.
  23 H5818 En Uzzia H7901 H8799 ontsliep H5973 met H1 zijn vaderen H6912 H8799 , en zij begroeven H853 hem H5973 bij H1 zijn vaderen H7704 , in het veld H6900 van de begrafenis H834 , die H4428 van de koningen H3588 was; want H559 H8804 zij zeiden H1931 : hij H6879 H8794 is melaats H1121 ; en zijn zoon H3147 Jotham H4427 H8799 werd koning H8478 in zijn plaats.