DSV_Strongs(i)
23
H559 H8799
En hij zeide
H4100
tot hen: Waarom
H6213 H8799
doet gij
H4287
al zulke
H1697
dingen
H834
, dat
H595
ik
H7451
deze uw boze
H1697
stukken
H8085 H8802
hore
H4480
van
H428
dit
H3605
ganse
H5971
volk?
24
H408
Niet
H1121
, mijn zonen
H3588
; want
H3808
dit is geen
H2896
goed
H8052
gerucht
H834
, dat
H595
ik
H8085 H8802
hoor
H5971
; gij maakt, dat het volk
H3068
des HEEREN
H5674 H8688
overtreedt.
25
H518
Wanneer
H376
een mens
H376
tegen een mens
H2398 H8799
zondigt
H430
, zo zullen de goden
H6419 H8765
hem oordelen
H518
; maar wanneer
H376
een mens
H3068
tegen den HEERE
H2398 H8799
zondigt
H4310
, wie
H6419 H8691
zal voor hem bidden
H8085 H8799
? Doch zij hoorden
H6963
de stem
H1
huns vaders
H3808
niet
H3588
, want
H3068
de HEERE
H2654 H8804
wilde
H4191 H8687
hen doden.