1 Peter 2:4-8 Tot Welken komende , als tot een levenden Steen , van de mensen wel verworpen , maar bij God uitverkoren en dierbaar;

DSV_Strongs⁽ⁱ⁾

4 G4314 Tot G3739 Welken G4334 G5740 komende G2198 G5723 , [als] [tot] een levenden G3037 Steen G5259 , van G444 de mensen G3303 wel G593 G5772 verworpen G1161 , maar G3844 bij G2316 God G1588 uitverkoren G1784 [en] dierbaar;

5 G2532 Zo wordt gij ook G846 zelven G5613 , als G2198 G5723 levende G3037 stenen G3618 G5743 , gebouwd G4152 [tot] een geestelijk G3624 huis G40 , [tot] een heilig G2406 priesterdom G4152 , om geestelijke G2378 offeranden G399 G5658 op te offeren G2316 , die Gode G2144 aangenaam G1223 zijn door G2424 Jezus G5547 Christus.

6 G1352 Daarom G2532 is ook G4023 G5719 vervat G1722 in G1124 de Schrift G2400 G5628 : Ziet G5087 G5719 , Ik leg G1722 in G4622 Sion G204 een uitersten G3037 Hoeksteen G1588 , Die uitverkoren G1784 [en] dierbaar G2532 is; en G1909 : Die in G846 Hem G4100 G5723 gelooft G3364 , zal niet G2617 G5686 beschaamd worden.

7 G5213 U G3767 dan G3588 , die G4100 G5723 gelooft G5092 , is Hij dierbaar G1161 ; maar G544 G5723 den ongehoorzamen G3037 [wordt] [gezegd]: De Steen G3739 , Dien G3618 G5723 de bouwlieden G593 G5656 verworpen hebben G3778 , Deze G1096 G5675 is geworden G1519 tot G2776 een hoofd G1137 des hoeks G2532 , en G3037 een steen G4348 des aanstoots G2532 , en G4073 een rots G4625 der ergernis;

8 G3739 Dengenen G3056 [namelijk], die zich aan het Woord G4350 G5719 stoten G544 G5723 , ongehoorzaam zijnde G1519 G3739 , waartoe G2532 zij ook G5087 G5681 gezet zijn.