DSV_Strongs(i)
1
H1945
Wee
H4754 H8802
der ijselijke
H1351 H8737
, en der bevlekte
H3238 H8802
, der verdrukkende
H5892
stad!
2
H8085 H8804
Zij hoort
H6963
naar de stem
H3808
niet
H3947 H0
; zij neemt
H4148
de tucht
H3947 H8804
niet aan
H982 H8804
; zij vertrouwt
H3808
niet
H3068
op den HEERE
H413
; tot
H430
haar God
H7126 H8804
nadert zij
H3808
niet.
3
H8269
Haar vorsten
H7580 H8802
zijn brullende
H738
leeuwen
H7130
in het midden
H8199 H8802
van haar; haar rechters
H6153 H2061
zijn avondwolven
H3808
, die de beenderen niet
H1633 H8804
breken
H1242
tot aan den morgen.
4
H5030
Haar profeten
H6348 H8802
zijn lichtvaardig
H900
, gans trouweloze
H582
mannen
H3548
; haar priesters
H2490 H8765
verontreinigen
H6944
het heilige
H8451
, zij doen der wet
H2554 H8804
geweld aan.
5
H6662
De rechtvaardige
H3068
HEERE
H7130
is in het midden
H6213 H8799
van haar, Hij doet
H3808
geen
H5766
onrecht
H1242 H1242
; allen morgen
H5414 H8799
geeft Hij
H4941
Zijn recht
H216
in het licht
H5737 H8738
, er ontbreekt
H3808
niet
H5767
; doch de verkeerde
H3045 H8802
weet
H3808
van geen
H1322
schaamte.