DSV_Strongs(i)
30
H518
Zo
H776
gij in dat land
H935 H8799
komt
H3027
, over hetwelk Ik Mijn hand
H5375 H8804
opgeheven heb
H7931 H8763
, dat Ik u daarin zou doen wonen
H3612
, behalve Kaleb
H1121
, de zoon
H3312
van Jefunne
H3091
, en Jozua
H1121
, de zoon
H5126
van Nun.
31
H2945
En uw kinderkens
H559 H8804
, waarvan gij zeidet
H957
: Zij zullen ten roof
H935 H8689
worden! die zal Ik daarin brengen
H3045 H8804
, en die zullen bekennen
H776
dat land
H3988 H8804
, hetwelk gij smadelijk verworpen hebt.
33
H1121
En uw kinderen
H7462 H8802
zullen gaan weiden
H4057
in deze woestijn
H705
, veertig
H8141
jaren
H2184
, en zullen uw hoererijen
H5375 H8804
dragen
H6297
, totdat uw dode lichamen
H8552 H8800
verteerd zijn
H4057
in deze woestijn.
34
H4557
Naar het getal
H3117
der dagen
H776
, in welke gij dat land
H8446 H8804
verspied hebt
H705
, veertig
H3117
dagen
H3117
, elken
H3117
dag
H8141
voor elk
H8141
jaar
H5771
, zult gij uw ongerechtigheden
H5375 H8799
dragen
H705
, veertig
H8141
jaren
H3045 H8804
, en gij zult gewaar worden
H8569
Mijn afbreking.
35
H3068
Ik, de HEERE
H1696 H8765
, heb gesproken
H518
: zo
H2063
Ik dit
H7451
aan deze ganse boze
H5712
vergadering
H3259 H8737
dergenen, die zich tegen Mij verzameld hebben
H3808
, niet
H6213 H8799
doe
H4057
, zij zullen in deze woestijn
H8552 H8735
te niet worden
H4191 H8799
, en zullen daar sterven!