Nahum 2:9-3:1

DSV_Strongs(i)
  9 H962 H8798 Rooft H3701 zilver H962 H8798 , rooft H2091 goud H369 , want er is geen H7097 einde H8498 des voorraads H3519 , der heerlijkheid H4480 van H3605 allerlei H2532 gewenste H3627 vaten.
  10 H950 Zij is geledigd H4003 , ja, uitgeledigd H1110 H8794 , uitgeput H3820 , en haar hart H4549 H8738 versmelt H1290 , en de knieen H6375 schudden H3605 , en in al H4975 de lenden H2479 is smart H3605 , en hun aller H6440 aangezichten H6908 H8765 betrekken H6289 , [als] een pot.
  11 H346 Waar H4583 is [nu] de woning H738 der leeuwen H1931 , en die H4829 weide H3715 der jonge leeuwen H834 H8033 ? Alwaar H738 de leeuw H3833 , de oude leeuw H738 H1482 , [en] het leeuwenwelp H1980 H8804 wandelde H369 , en er was niemand H2729 H8688 , die [hen] verschrikte.
  12 H738 De leeuw H1767 , die genoeg H2963 H8802 roofde H1484 voor zijn welpen H2614 H8764 , en worgde H3833 voor zijn oude leeuwinnen H2356 , die zijn holen H4390 H8762 vervulde H2964 met roof H4585 , en zijn woningen H2966 met het geroofde.
  13 H2009 Ziet H413 , Ik [wil] aan H5002 H8803 u, spreekt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H7393 , en Ik zal haar wagenen H6227 in rook H1197 H8689 verbranden H2719 , en het zwaard H3715 zal uw jonge leeuwen H398 H8799 verteren H2964 , en Ik zal uw roof H3772 H8689 uitroeien H4480 van H776 de aarde H6963 , en de stem H4397 uwer gezanten H3808 zal niet H5750 meer H8085 H8735 gehoord worden.
3
  1 H1945 Wee H1818 H5892 der bloedstad H3605 , die gans H4392 vol H3585 leugen H6563 , [en] verscheuring H2964 is! de roof H4185 H0 houdt H3808 niet H4185 H8686 op.