Malachi 3:8-12

DSV_Strongs(i)
  8 H120 Zal een mens H430 God H6906 H8799 beroven H3588 ? Maar H859 gij H6906 H8802 berooft H853 Mij H559 H8804 , en zegt H4100 : Waarin H6906 H8804 beroven wij H4643 U? [In] de tienden H8641 en het hefoffer.
  9 H3994 Met een vloek H859 zijt gij H779 H8737 vervloekt H859 , omdat gij H853 Mij H6906 H8802 berooft H3605 , zelfs het ganse H1471 volk.
  10 H935 H8685 Brengt H3605 al H4643 de tienden H413 in H214 het schathuis H2964 , opdat er spijze H1961 H8799 zij H1004 in Mijn huis H974 H8798 ; en beproeft H4994 Mij nu H2063 daarin H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H518 , of H3808 Ik u [dan] niet H6605 H8799 opendoen zal H699 de vensteren H8064 des hemels H1293 , en u zegen H7324 H8689 afgieten H1767 , zodat er geen [schuren] genoeg wezen zullen.
  11 H398 H8802 En Ik zal om uwentwil den opeter H1605 H8804 schelden H6529 , dat hij u de vrucht H127 des lands H3808 niet H7843 H8686 verderve H1612 ; en de wijnstok H7704 op het veld H3808 zal u geen H7921 H8762 misdracht voortbrengen H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen.
  12 H3505 En alle H1471 heidenen H853 zullen u H833 H8765 gelukzalig noemen H3588 ; want H859 gijlieden H2656 zult een lustig H776 land H1961 H8799 zijn H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen.