DSV_Strongs(i)
39
G2424
Jezus
G3004 G5719
zeide
G142 G
: Neemt
G3037
den steen
G142 G5657
weg
G3136
. Martha
G79
, de zuster
G2348 G5761
des gestorvenen
G3004 G5719
, zeide
G846
tot Hem
G2962
: Heere
G3605 G5719
, hij riekt
G2235
nu al
G1063
, want
G5066
hij heeft vier dagen
G2076 G5748
[aldaar] [gelegen].
40
G2424
Jezus
G3004 G5719
zeide
G846
tot haar
G4671
: Heb Ik u
G3756
niet
G2036 G5627
gezegd
G3754
, dat
G1437
, zo
G4100 G5661
gij gelooft
G1391
, gij de heerlijkheid
G2316
Gods
G3700 G5695
zien zult?
41
G142 G
Zij namen
G3767
dan
G3037
den steen
G142 G5656
weg
G3757
, waar
G2348 G5761
de gestorvene
G2258 G5713 G2749 G5740
lag
G1161
. En
G2424
Jezus
G142 G5656
hief
G3788
de ogen
G507
opwaarts
G2532
, en
G2036 G5627
zeide
G3962
: Vader
G2168 G5719
, Ik dank
G4671
U
G3754
, dat
G3450
Gij Mij
G191 G5656
gehoord hebt.