Job 38:8-13

DSV_Strongs(i)
  8 H3220 Of [wie] heeft de zee H1817 met deuren H5526 H8686 toegesloten H1518 H8800 , toen zij uitbrak H4480 , [en] uit H7358 de baarmoeder H3318 H8799 voortkwam?
  9 H6051 Toen Ik de wolk H3830 [tot] haar kleding H7760 H8800 stelde H6205 , en de donkerheid H2854 [tot] haar windeldoek;
  10 H5921 Toen Ik voor H2706 haar [met] Mijn besluit H7665 H8799 [de] [aarde] doorbrak H7760 H8799 , en zette H1280 grendel H1817 en deuren;
  11 H559 H8799 En zeide H5704 : Tot H6311 hiertoe H935 H8799 zult gij komen H3808 , en niet H3254 H8686 verder H6311 , en hier H7896 H8799 zal hij zich stellen H1347 tegen den hoogmoed H1530 uwer golven.
  12 H4480 Hebt gij van H3117 uw dagen H1242 den morgenstond H6680 H8765 geboden H7837 ? Hebt gij den dageraad H4725 zijn plaats H3045 H8765 gewezen;
  13 H3671 Opdat hij de einden H776 der aarde H270 H8800 vatten zou H7563 ; en de goddelozen H4480 uit H5287 H8735 haar uitgeschud zouden worden?