Jeremiah 14:2-6

DSV_Strongs(i)
  2 H3063 Juda H56 H8804 treurt H8179 en haar poorten H535 H8797 zijn verzwakt H6937 H8804 ; zij zijn in het zwart gekleed H776 ter aarde H3389 toe, en Jeruzalems H6682 geschrei H5927 H8804 klimt op.
  3 H117 En hun voortreffelijken H7971 H8804 zenden H6810 hun kleinen H4325 naar water H935 H8804 ; zij komen H1356 H8676 H1360 tot de grachten H4672 H8804 , zij vinden H4325 geen water H7725 H0 , zij komen H3627 [met] hun vaten H7387 ledig H7725 H8804 weder H954 H8804 ; zij zijn beschaamd H3637 H8717 , ja, worden schaamrood H2645 H8804 , en bedekken H7218 hun hoofd.
  4 H127 Omdat het aardrijk H2865 H8804 gescheurd is H1653 , dewijl er geen regen H776 op de aarde H406 is; de akkerlieden H954 H8804 zijn beschaamd H2645 H8804 , zij bedekken H7218 hun hoofd.
  5 H365 Want ook de hinden H7704 in het veld H3205 H8804 werpen jongen H5800 H8800 , en verlaten H1877 [die], omdat er geen jong gras is.
  6 H6501 En de woudezels H5975 H8804 staan H8205 op de hoge plaatsen H7602 H8804 , zij scheppen H7307 den wind H8577 gelijk de draken H5869 ; hun ogen H3615 H8804 versmachten H6212 , omdat er geen kruid is.