Jeremiah 14:13-16

DSV_Strongs(i)
  13 H559 H8799 Toen zeide ik H162 : Ach H136 , Heere H3069 HEERE H5030 ! zie, die profeten H559 H8802 zeggen H2719 hun: Gij zult geen zwaard H7200 H8799 zien H7458 , en gij zult geen honger H571 hebben; maar Ik zal u een gewissen H7965 vrede H5414 H8799 geven H4725 in deze plaats.
  14 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H5030 tot mij: Die profeten H5012 H8737 profeteren H8267 vals H8034 in Mijn Naam H7971 H8804 ; Ik heb hen niet gezonden H6680 H8765 , noch hun bevel gegeven H1696 H8765 , noch tot hen gesproken H5012 H8693 ; zij profeteren H8267 ulieden een vals H2377 gezicht H7081 , en waarzegging H457 H8675 H434 , en nietigheid H8649 , en bedriegerij H3820 huns harten.
  15 H559 H8804 Daarom zegt H3068 de HEERE H5030 alzo: Aangaande de profeten H8034 , die in Mijn Naam H5012 H8737 profeteren H7971 H8804 , daar Ik hen niet gezonden heb H559 H8802 , en zij [dan] [nog] zeggen H2719 : Er zal geen zwaard H7458 noch honger H776 in dit land H5030 zijn; diezelve profeten H2719 zullen door het zwaard H7458 en door den honger H8552 H8735 verteerd worden.
  16 H5971 En het volk H834 , tot hetwelk H1992 zij H5012 H8737 profeteren H2351 , zullen op de straten H3389 van Jeruzalem H7993 H8716 weggeworpen H1961 H8799 zijn H6440 vanwege H7458 den honger H2719 en het zwaard H369 ; en er zal niemand zijn H1992 , die hen H6912 H8764 begrave H1992 , hen H802 , hun vrouwen H1121 , en hun zonen H1323 , en hun dochteren H7451 ; alzo zal Ik hun boosheid H5921 over H8210 H8804 hen uitstorten.