DSV_Strongs(i)
13
H559 H8799
Toen zeide ik
H162
: Ach
H136
, Heere
H3069
HEERE
H5030
! zie, die profeten
H559 H8802
zeggen
H2719
hun: Gij zult geen zwaard
H7200 H8799
zien
H7458
, en gij zult geen honger
H571
hebben; maar Ik zal u een gewissen
H7965
vrede
H5414 H8799
geven
H4725
in deze plaats.
14
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H5030
tot mij: Die profeten
H5012 H8737
profeteren
H8267
vals
H8034
in Mijn Naam
H7971 H8804
; Ik heb hen niet gezonden
H6680 H8765
, noch hun bevel gegeven
H1696 H8765
, noch tot hen gesproken
H5012 H8693
; zij profeteren
H8267
ulieden een vals
H2377
gezicht
H7081
, en waarzegging
H457 H8675 H434
, en nietigheid
H8649
, en bedriegerij
H3820
huns harten.
15
H559 H8804
Daarom zegt
H3068
de HEERE
H5030
alzo: Aangaande de profeten
H8034
, die in Mijn Naam
H5012 H8737
profeteren
H7971 H8804
, daar Ik hen niet gezonden heb
H559 H8802
, en zij [dan] [nog] zeggen
H2719
: Er zal geen zwaard
H7458
noch honger
H776
in dit land
H5030
zijn; diezelve profeten
H2719
zullen door het zwaard
H7458
en door den honger
H8552 H8735
verteerd worden.
16
H5971
En het volk
H834
, tot hetwelk
H1992
zij
H5012 H8737
profeteren
H2351
, zullen op de straten
H3389
van Jeruzalem
H7993 H8716
weggeworpen
H1961 H8799
zijn
H6440
vanwege
H7458
den honger
H2719
en het zwaard
H369
; en er zal niemand zijn
H1992
, die hen
H6912 H8764
begrave
H1992
, hen
H802
, hun vrouwen
H1121
, en hun zonen
H1323
, en hun dochteren
H7451
; alzo zal Ik hun boosheid
H5921
over
H8210 H8804
hen uitstorten.