Galatians 2:6-9

DSV_Strongs(i)
  6 G1161 En G575 van G1380 G5723 degenen, die geacht waren G5100 , wat G1511 G5750 te zijn G3697 , hoedanigen G4218 zij eertijds G2258 G5713 waren G1308 G5719 , verschilt G3427 mij G3762 niet G2316 ; God G2983 G neemt G4383 den persoon G444 des mensen G3756 niet G2983 G5719 aan G1063 ; want G1380 G5723 die geacht waren G1698 , hebben mij G3762 niets G4323 G5639 toegebracht.
  7 G235 Maar G5121 daarentegen G1492 G5631 , als zij zagen G3754 , dat G2098 aan mij het Evangelie G203 der voorhuid G4100 G5769 toebetrouwd was G2531 , gelijk G4074 aan Petrus G4061 [dat] der besnijdenis;
  8 G1063 (Want G4074 Die in Petrus G1754 G5660 krachtelijk wrocht G1519 tot G651 het apostelschap G4061 der besnijdenis G2532 , Die wrocht ook G1754 G5656 krachtelijk G1698 in mij G1519 onder G1484 de heidenen);
  9 G2532 En G2385 als Jakobus G2532 , en G2786 Cefas G2532 , en G2491 Johannes G3588 , die G1380 G5723 geacht waren G4769 pilaren G1511 G5750 te zijn G5485 , de genade G3427 , die mij G1325 G5685 gegeven was G1097 G5631 , bekenden G1325 G5656 , gaven zij G1698 mij G2532 en G921 Barnabas G1188 de rechter [hand G2842 ] der gemeenschap G2443 , opdat G2249 wij G1519 tot G1484 de heidenen G1161 , en G1519 zij tot G4061 de besnijdenis [zouden] [gaan];